NEDERLANDS
21. "CUE AFSPELEN"-knop: begint het afspelen van de track vanaf de laatst ingestelde cue-positie.
22. "AFSPELEN/PAUZE"-knop: wordt gebruikt het afspelen van de geladen track te starten/stoppen.
23. "JOG"-WIEL: de functie is afhankelijk van de geselecteerde afspeelmodus:
In de pauzemodus: het wiel stelt u in staat om zeer nauwkeurig een cue-punt of beginpunt in te
stellen.
In de afspeelmodus: het wiel fungeert als een
toonhoogtekromme.
In de loop-modus: druk op "SHIFT"-knop (38), tijdens
het draaien van het jogwiel om de positie van de
spelende loop te verplaatsen.
"Scratch"-knop (24) verlicht: met de scratch-functie
ingeschakeld, kunt u het wiel op de track krassen net als
bij een vinylplaat. Ter verhoging van het vinylgevoel, is
het jogwiel aanrakingsgevoelig: dit betekent dat het
afspelen zal stoppen zodra u uw hand op het wiel
plaatst.
De "Scratch"-knop (24) knippert: draai aan het wiel
om de hele track op hoge snelheid te bladeren/zoeken.
24. "SCRATCH"-knop: verschillende functies zijn mogelijk:
Druk kort: om voor het jog-wiel (23) tussen de
bladermodus (knop niet verlicht) en de scratch-modus
(knop brandt) te schakelen.
Houd voor 0,5 seconde ingedrukt: om de hoge
snelheid blader/zoek-functie voor het jog-wiel (23) te
activeren/de-activeren. Terwijl geactiveerd kunt u de
gehele track op zeer hoge snelheid zoeken.
25. "SYNC"-knop: wordt gebruikt om de geladen track
automatisch te synchroniseren met de track afspelende op
het andere deck. Door op de "SYNC"-knop in combinatie
met de "SHIFT"-knop (38) te drukken kunt u meteen uw
track starten synchroon met de track op het andere deck.
(Ook wel "sync-start" genoemd)
26. "LOOP IN"-knop: verschillende functies beschikbaar:
Wanneer geen loop speelt: druk op de "LOOP IN"-
knop om het intropunt van een handmatige loop in te
stellen.
Een loop wordt afgespeeld: druk op de "LOOP IN"-
knop om de spelende lus (stottereffect) opnieuw te
activeren.
27. "LOOP OUT"-knop: verschillende functies beschikbaar:
Wanneer geen loop speelt: druk op de "LOOP OUT"-
knop om het eindpunt van een handmatige loop in te
stellen, de loop begint direct af te spelen.
Een loop wordt afgespeeld: druk op de "LOOP OUT"-knop om de spelende loop te verlaten.
28. "RELOOP"-knop: terwijl de loop wordt gespeeld, druk op de "RELOOP"-knop om de loop (stottereffect)
onmiddellijk opnieuw te starten. Wanneer geen loop wordt afgespeeld: druk op de "RELOOP"-knop om
de laatst afgespeelde loop opnieuw te openen.
29. SMART LOOP 2/1: druk op deze toets om een automatische 2/1-beat smart loop te creëren.
30. SMART LOOP 4/1: druk op deze toets om een automatische 4/1-beat smart loop te creëren.
31. SMART LOOP 8/1: druk op deze toets om een automatische 8/1-beat smart loop te creëren.
32. LOOP CUT/JUMP toets: twee verschillende functies beschikbaar:
LOOP CUT: druk op deze toets om de lengte van de afspeelloop in twee te snijden.
LOOP JUMP: druk op deze toets terwijl u de SHIFT-toets (38) ingedrukt houdt om de afspeelloop 2
beats terug in de track te laten bewegen (of springen).
33. LOOP DOUBLE/JUMP toets: twee verschillende functies beschikbaar:
LOOP DOUBLE: druk op deze toets om de lengte van de afspeelloop te verdubbelen.
LOOP JUMP: druk op deze toets terwijl u de SHIFT-toets (38) ingedrukt houdt om de afspeelloop 2
beats vooruit in de track te laten bewegen (of springen).
34. PITCH toets: twee verschillende functies beschikbaar:
Druk op de PITCH toets: wordt gebruikt om het bereik van de pitch-fader te wijzigen: 6, 10, 20, 50 of
100%.
JB SYSTEMS
25/54
®
GEBRUIKSHANDLEIDING
DJ-KONTROL 3
NEDERLANDS
Druk op de PITCH+SHIFT toets: schakelt de "snelheidvergrendeling"-functie aan/uit. Wanneer de
snelheidvergrendeling is ingeschakeld, worden de snelheidfaders van beide spelers vergrendeld: ze
bewegen samen.
35. SPEED-FADER: wordt gebruikt om de afspeelsnelheid van de spelende track te wijzigen.
36. "PITCH BEND"-knoppen: De snelheid neemt toe, terwijl de "+"-knop wordt ingedrukt en keert naar de
oorspronkelijke toonhoogte terug wanneer de knop wordt losgelaten. De snelheid neemt af, terwijl de "-"-
knop wordt ingedrukt en keert naar de oorspronkelijke toonhoogte terug wanneer de knop wordt
losgelaten. Deze knoppen kunnen worden gebruikt om handmatig het ritme van 2 tracks te
synchroniseren.
37. "HOT CUE"-knoppen: wordt gebruikt om 3 verschillende "hot cue"-punten in te stellen.
Een cue-punt opslaan: als er geen cue-punt is opgeslagen, is de knop donker druk op de "CUE"-
knop om het gewenste cue-punt op te slaan. (cue-punten worden automatisch opnieuw opgeroepen
wanneer u de track opnieuw laad)
Afspelen vanaf een cue-punt: wanneer een cuepunt is opgeslagen, is de knop verlicht à druk op
de "CUE"-knop om het afspelen direct vanaf het opgeslagen cue-punt te starten.
Een cue-punt verwijderen: druk tegelijk op de "CUE"- en "SHIFT"-knoppen à de opgeslagen cue-
punt zal worden verwijderd.
38. "SHIFT"-knop: wordt gebruikt om "extra functies" op een aantal knoppen te activeren. De extra functies
zijn meestal in de grijze zone onder de knoppen geschreven.
39. NAALDVAL: een speciaal instrument om enorm snel door de geladen track te zoeken. U hoeft uw
vinger slechts op de locatie te drukken waar de speler naar toe moet springen, net zoals het eerst was
waar u de naald op uw langspeelplaat laat vallen.
40. "TOETSVERGRENDELING"-knop (Hoofdtempo) activeert de "toonhoogtevergrendeling"-functie. Met
deze functie kunt u met behulp van de snelheidfader (35) aanpassingen aan een tracksnelheid
aanbrengen zonder de toonhoogte te veranderen.
41. "EFFECT AAN/UIT"-knop: wordt gebruikt om het geselecteerde effect aan/uit te schakelen.
42. EFFECT SELECTIE-knop wordt gebruikt om een van de beschikbare effecten te selecteren.
43. PARAMETER1-knop: verschillende functies beschikbaar:
Draai aan de "PARAMETER"-knop: pas parameter 1 van het geselecteerde effect aan.
Draai aan de "PARAMETER"-knop, terwijl "SHIFT" wordt ingedrukt: om de frequentie van het
filtereffect aan te passen.
44. PARAMETER2-knop: verschillende functies beschikbaar:
Draai aan de "PARAMETER"-knop: pas parameter 2 van het geselecteerde effect aan.
Draai aan de "PARAMETER"-knop, terwijl "SHIFT" wordt ingedrukt: om de toonhoogte van de
muziek aan te passen.
FUNCTIES (ACHTERKANT)
45. USB-aansluiting: B-type USB-connector. Gebruik de meegeleverde USB-kabel om de controller op uw
computer aan te sluiten.
Opmerking: als u een USB-hub gebruikt, zorg ervoor dat het een gevoede hub is. Anders kunt u
onverwachte problemen ervaren.
46. ONGEBALANCEERDE MASTER uitgang: ongebalanceerde tulp/RCA stereo uitgang, gebruikt voor uw
audioversterker. U kunt deze uitgang gebruiken als de signaalkabels naar uw versterker niet langer zijn
dan 2m of 3m.
47. GEBALANCEERDE MASTER uitgang: gebalanceerde XLR stereo uitgang, gebruikt voor aansluiting
van uw audioversterker of versterkte luidsprekers. Een gebalanceerd signaal is minder gevoelog voor
alle soorten interferentie vanaf verschillende bronnen. Gebruik deze uitgang als uw versterker of
aangedreven luidsprekers gebalanceerde ingangen (XLR) hebben en de lengte van de signaalkabels
langer is dan 3m.
48. RCA/XLR schakelaar: gebruikt om de gewenste master uitgang (RCA of XLR) te selecteren.
49. VOEDINGSADAPTOR-ingang wordt gebruikt om de meegeleverde 5Vdc voedingsadapter aan te
sluiten.
Opmerking: de controller zal ook zonder de adapter werken, maar in dit geval vindt de voeding via de
USB-poort van uw computer plaats. In sommige gevallen, vooral op draagbare computers, is de
geleverde voeding niet voldoende. Gebruik de meegeleverde voedingsadapter om onder bepaalde
omstandigheden instabiliteit te voorkomen.
JB SYSTEMS
26/54
®
GEBRUIKSHANDLEIDING
DJ-KONTROL 3