OPGELET
• Z org dat u de aanduiding op de aanduiding " " afstemt. Als deze
aanduidingen niet goed op elkaar afgestemd zijn, kan het Instrument
oververhit raken en brandwonden bij de patiënt veroorzaken.
• P laats de tandboor altijd volledig in de boorhouder. De lagers kunnen
vroegtijdig versleten raken als de steel van de tandboor niet volledig
in de boorhouder geplaatst wordt.
• V erwijder de tandboor pas uit de boorhouder nadat het draaien van
het boortje volledig gestopt is.
• A ctiveer het Instrument niet wanneer de sluitring van de boorhouder
in de positie "
" (OPEN) staat of wanneer er geen tandboor in de
boorhouder is geplaatst.
• H oud de steel van de tandboor altijd schoon.
• A ls via de steel van de tandboor vuil in de boorhouder binnendringt,
kan de tandboor tijdens het draaien gaan slippen en ervoor zorgen
dat de tandboor niet goed in de boorhouder vastzit.
• O verschrijd nooit de boorsnelheid die aanbevolen wordt door de
fabrikant van de tandboor.
52
• O verschrijd nooit de maximale boorlengte die aanbevolen wordt
door de fabrikant van de tandboor.
• O efen geen overmatige druk uit op de tandboor. Bij overmatige druk
kan de tandboor breken of verbuigen, of kan het moeilijk worden om
de tandboor uit de boorhouder te verwijderen.
• G ebruik geen tandboren die een van de onderstaande gebreken
vertonen om te voorkomen dat ze breken, vastlopen of uit de
boorhouder loskomen.
- verbogen, vervormde, versleten, verroeste, gebroken of
gebrekkige tandboren
- boren met barsten in de rand of as
- boren die niet aan de ISO-norm voldoen of waarmee geknoeid is
6. Controle vóór gebruik
Controleer of het Instrument afwijkende trillingen, geluiden of
oververhitting veroorzaakt. Als u afwijkingen opmerkt, staak dan
onmiddellijk het gebruik van het Instrument en neem contact op met uw
erkende vertegenwoordiger van B.A. International.