4. Toepassingen
De Conlift is bedoeld voor het verpompen van con-
densaat uit de volgende systemen:
•
boilers
•
airconditioningsystemen
•
koel- en vriesinstallaties
•
luchtontvochtigers
•
verdampers.
De Conlift is geschikt voor het verpompen van con-
densaat dat wordt opgevangen onder rioolniveau, of
dat niet vanuit het gebouw naar het rioolstelsel kan
stromen via natuurlijk verval.
Waarschuwing
Condensaten uit boilers zijn agressief,
want ze bevatten zuren.
Waarschuwing
Behandel (neutraliseer eventueel) conden-
saat uit boilers in overeenstemming met de
plaatselijke regelgeving voordat het in het
rioolstelsel wordt afgevoerd.
Waarschuwing
De Conlift mag niet worden gebruikt voor
brandbare vloeistoffen.
Waarschuwing
De Conlift mag niet worden opgesteld in
omgevingen met explosiegevaar.
De Conlift kan condensaten verpompen waarvoor
geen neutralisering vereist is, d.w.z. met pH-waar-
den van 2,5 of hoger.
Condensaten met pH-waarden lager dan 2,5 dienen
te worden geneutraliseerd voordat ze de Conlift ver-
laten.
Boilers die werken op de volgende brandstoffen
leveren doorgaans condensaten met pH-waarden
van maximaal 2,5:
•
gas
•
vloeibaar gemaakt gas
•
zwavelarme stookolie volgens DIN 51603-1.
Waartoe de Conlift ook in staat is, plaatselijke regel-
geving kan de installatie van een neutraliseringsunit
vereisen, zelfs voor pH-waarden van 2,5 of hoger.
128
5. Werking
Het condensaat wordt via een slang door natuurlijk
verval naar het reservoir getransporteerd.
Zie paragraaf
7.
Installatie.
Het vloeistofniveau in het reservoir wordt automa-
tisch door een vlotterschakelaar geregeld.
Een microschakelaar in de vlotterschakelaar scha-
kelt de pomp in wanneer het vloeistofniveau het
inschakelniveau bereikt, en schakelt de pomp weer
uit wanneer het vloeistofniveau tot onder het uitscha-
kelniveau is gedaald. Het condensaat wordt door de
persslang naar het afvoerpunt gepompt.
De Conlift beschikt tevens over een veilgheidsover-
loopschakelaar. Deze overloopschakelaar kan wor-
den aangesloten op de condensaatboiler en zo wor-
den ingesteld dat de boiler wordt uitgeschakeld in
geval van storing.
De Conlift is uitgerust met een temperatuurschake-
laar die bij overbelasting de motor uitschakelt.
Wanneer de motor is afgekoeld naar een normale
temperatuur, dan zal de pomp automatisch opnieuw
inschakelen.
6. Bedrijfscondities
6.1 Maximale opvoerhoogte
5,5 meter.
6.2 Maximaal debiet
600 l/uur.
6.3 Temperaturen
6.3.1 Omgevingstemperatuur
Tijdens bedrijf: +5 °C tot +35 °C.
6.3.2 Vloeistoftemperatuur
Gemiddelde temperatuur: +50 °C.