• Bescherm uw apparaat te-
gen weersomstandigheden.
Stel het niet bloot aan de
zon, regen, sneeuw, stof of
overmatig vocht.
• De omliggende materialen
van het apparaat (o.a.kastjes)
moeten minimaal bestand
zijn tegen een temperatuur
van 100 °C.
• De temperatuur van het
bodemoppervlak van de
kookplaat kan tijdens gebruik
stijgen, er moet daarom
een plaat onder het product
worden geïnstalleerd.
Tijdens het gebruik
• Zet geen ontvlambaar of
brandbaar materiaal in of
vlakbij het apparaat als het
in werking is.
Alvorens het toestel te gebruiken
• U moet pannen steeds
centraal op de kookzone
plaatsen, en de handvaten
m o e t e n v e i l i g w o r d e n
g e d r a a i d z o d a t z e n i e t
kunnen worden omgestoten
of vastgenomen.
• Indien het product voor
een langere periode niet
wordt gebruikt, draait u de
hoofdschakelaar uit.
Draai het gasventiel dicht
als u het gasapparaat niet
gebruikt.
LET OP
Laat het fornuis niet
onbeheerd achter
wanneer u met vaste
of vloeibare vetten
kookt. Deze kunnen
bij oververhitting
vlam vatten. Giet
n o o i t w a t e r o p
v l a m m e n
worden veroorzaakt
door olie/vet.
Schakel het fornuis
uit en dek de pan af
met zijn deksel of
een branddeken.
A
d i e
NL
47