Voorafgaande Werkzaamheden; Persoonlijke Beschermingsmiddelen (Pbm); Tijdens Het Gebruik; Onderhoud, Stalling - ST CP1 430 Li 48 Serie Manual De Instrucciones

Ocultar thumbs Ver también para CP1 430 Li 48 Serie:
Tabla de contenido

Publicidad

Idiomas disponibles
  • MX

Idiomas disponibles

  • MEXICANO, página 79
der ervaring en zonder de nodige kennis, op voorwaarde
dat dit onder toezicht gebeurt of na de nodige instructies
verkregen te hebben voor een veilig gebruik van het
apparaat en voor het begrijpen van de erbij horende ge-
varen. De kinderen mogen niet met het toestel spelen. De
reiniging en het onderhoud die door de gebruiker moeten
uitgevoerd worden, mogen niet uitgevoerd worden door
kinderen die niet onder toezicht staan.
• Gebruik de machine nooit indien de gebruiker vermoeid
of onwel is, of indien hij geneesmiddelen, drugs, alcohol
of andere stoffen ingenomen heeft die een negatieve
invloed kunnen hebben op zijn reactievermogen en
aandacht.
• Vervoer geen kinderen of andere passagiers.
• Denk eraan dat de persoon die de machine bedient of de
gebruiker aansprakelijk is voor ongevallen en onvoorzie-
ne gebeurtenissen die personen of hun eigendommen
kunnen overkomen. Het valt onder de verantwoorde-
lijkheid van de gebruiker om de risico's, die het terrein
waarop hij moet werken met zich mee kan brengen, te
beoordelen en om alle nodige voorzorgsmaatregelen
te treffen met het oog op zijn eigen veiligheid en die van
anderen, met name op hellingen, hobbelige, gladde of
instabiele terreinen.
• Indien men de machine aan derden wil geven of lenen,
moet men zich ervan verzekeren dat de gebruiker de ge-
bruiksaanwijzingen in dit handboek doorneemt.
2.2

VOORAFGAANDE WERKZAAMHEDEN

Persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM)

• Draag geschikte kledij, stevige werkschoenen met an-
tislipzolen en een lange broek. Schakel de machine niet
wanneer u geen schoenen draagt of met open sandalen.
Draag gehoorbeschermingen.
• Het gebruik van gehoorbeschermers kan het vermogen
eventuele waarschuwingen (roepen of alarmen) te horen,
verminderen. Verleen de maximale aandacht aan wat
rond de werkzone gebeurt.
• Draag werkhandschoenen voor alle handelingen die ge-
vaarlijk kunnen zijn voor de handen.
• Draag geen sjaal, hemd, halsketting, armbanden, kledij
met losse delen, of met bandjes of dassen of andere
hangende of wijde accessoires die vastgegrepen kunnen
worden door de machine of voorwerpen en materiaal
aanwezig op de werkplaats.
• Lang haar wordt zorgvuldig bijeengebonden.
Werkzone / Machine
• Controleer grondig de hele werkzone en verwijder alles
wat door de machine weg zou kunnen uitgestoten worden
of de maai-inrichting/draaiende organen zou kunnen be-
schadigen (keien, takken, ijzerdraad, beenderen, enz.).
2.3

TIJDENS HET GEBRUIK

Werkzone
• Gebruik de machine niet in omgevingen met gevaar op
ontploffing, in aanwezigheid van ontvlambare vloeistof-
fen, gas of stof. De elektrische gereedschappen genere-
ren vonken die stof of dampen kunnen doen ontvlammen.
• Werk enkel bij daglicht of met goed kunstmatig licht en bij
goede zichtbaarheid.
• Verwijder personen, kinderen en dieren uit de werkzone.
De kinderen moeten onder toezicht van een andere vol-
wassene staan.
• Werk niet op nat gras, bij regen of bij risico op onweer, in
het bijzonder wanneer er kans op bliksem bestaat.
• Stel de machine niet bloot aan regen of vochtigheid.
Water dat in gereedschap sijpelt, verhoogt het risico op
elektrische schokken.
• Let bijzonder goed op de onregelmatigheden van het
terrein (drempels, geulen), op de hellingen, op verborgen
gevaren en op de aanwezigheid van eventuele hindernis-
sen die de zichtbaarheid zouden kunnen beperken.
• Wees zeer voorzichtig nabij ravijnen, grachten of dijken.
De machine kan omkantelen indien een wiel over de rand
gaat of indien de rand inzakt.
• Werk in de dwarse richting van de helling en nooit in de
richting van de stijging/daling, let goed op bij de verande-
ringen van richting, verzeker ervan een goed steunpunt
te hebben, en let er goed op dat de wielen niet op hin-
dernissen stoten (stenen, takken, wortels, enz.) die een
zijdelingse verschuiving of verlies van controle over de
machine zouden kunnen veroorzaken.
• Let goed op het verkeer, wanneer de machine dicht bij de
straat gebruikt wordt.
Gedrag
• Let op wanneer u achteruit of achterwaarts rijdt. Kijk
achteruit voor en tijdens het achteruit rijden om u ervan te
verzekeren dat er geen hindernissen zijn.
• Loop nooit, maar stap.
• Laat u niet door de grasmaaier trekken.
• Houd altijd de handen en voeten ver van de maai-inrich-
ting, zowel wanneer de motor gestart wordt als tijdens het
gebruik van de machine.
• Let op: het snij-element blijft gedurende enkele seconden
na zijn afkoppeling of na uitschakeling van de motor
draaien.
• Blijf steeds op afstand van de aflaatopening.
In geval van breuken of ongevallen tijdens het
werk, dient men de motor onmiddellijk stil te zetten en
de machine te verwijderen om geen verdere schade te
berokkenen; in geval van ongevallen met persoonlijke
letsels of letsels aan derden, dient men onmiddellijk de
meest geschikte eerste-hulp-procedures te volgen voor
de situatie en zich tot een gezondheidsstructuur te rich-
ten voor de nodige zorgen. Verwijder zorgvuldig eventu-
ele resten die schade of letsels aan personen of dieren
kunnen veroorzaken indien ze onopgemerkt blijven.
Beperkingen voor het gebruik
• Gebruik de machine nooit wanneer de beveiligingen
beschadigd zijn, ontbreken of niet correct geplaatst zijn
(opvangzakken, zijdelingse aflaatbescherming, achterste
aflaatbescherming).
• Gebruik de machine niet indien de toebehoren/werktui-
gen niet op de voorziene plaatsen geïnstalleerd zijn.
• De aanwezige veiligheidsinrichtingen/microschakelaars
niet uitschakelen, afschakelen, verwijderen of schenden.
• Overbelast de machine niet en gebruik geen kleine ma-
chine om zware werken te verrichten; het gebruik van
een machine met aangepaste afmetingen zal de risico's
beperken en de kwaliteit van het werk verbeteren.
2.4

ONDERHOUD, STALLING

Regelmatig onderhoud en een correcte stalling garanderen
de veiligheid van de machine en het niveau van de perfor-
mance.
Onderhoud
• Gebruik de machine nooit als er onderdelen versleten of
beschadigd zijn. De defecte of beschadigde onderdelen
moeten vervangen en niet gerepareerd worden.
• Tijdens de afstellingen van de machine, moet men erop
letten dat de vingers niet tussen de bewegende maai-in-
richting en de vaste delen van de machine geklemd
geraken.
NL - 2

Publicidad

Tabla de contenido
loading

Este manual también es adecuado para:

Cp1 430 li d48 serieCp1 480 li 48 serieCp1 480 li d48 serieCp1 530 li d48 serie

Tabla de contenido