BEDIENING
Instructies voor gebruik
WAARSCHUWING: Houd u altijd aan de
veiligheidsinstructies en van toepassing
zijnde voorschriften.
WAARSCHUWING: Beperk het gevaar op ernstig
persoonlijk letsel: zet het gereedschap uit en neem
de accu uit, voordat u een aanpassing uitvoert of
hulpstukken of accessoires verwijdert/installeert.
Wanneer de machine per ongeluk wordt gestart, kan dat
leiden tot letsel.
Juiste positie van de handen (Afb. C)
WAARSCHUWING: Om het risico op ernstig persoonlijk
letsel te verminderen, dient u ALTIJD de handen in de
juiste positie te hebben, zoals afgebeeld.
WAARSCHUWING: Om het risico op ernstig persoonlijk
letsel te verminderen, houdt u het ALTIJD stevig vast,
anticiperend op een plotseling reactie.
Voor een juiste positie van de handen zet u één hand op de
hoofdhandgreep
3
en één hand op de accu.
Werklicht (Afb. A)
Er bevindt zich een werklicht
8
gereedschap. Het werklicht wordt ingeschakeld wanneer u de
aan/uit-schakelaar indrukt. Wanneer u de aan/uit-schakelaar
loslaat, blijft het werklicht tot wel 20 seconden lang branden.
OPMERkInG: Het werklicht is bedoeld voor het verlichten van
het werkoppervlak in de onmiddellijke nabijheid en het is niet
de bedoeling dat u het licht gebruikt als zaklantaarn.
Een toepassing uitvoeren (Afb. A, D)
WAARSCHUWING: Beperk het risico van persoonlijk letsel,
zet ALTIJD het werkstuk stevig vast.
WAARSCHUWING: Verander altijd pas de richting
van de rotatie wanneer de motor volledig tot stilstand
is gekomen.
Voor u werkzaamheden uitvoert:
•
Stel de selectieknop
7
voor de snelheid in.
Raadpleeg Snelheidselectie.
•
Plaats het juiste boortje of accessoire in de boorkop.
Raadpleeg Een boortje of accessoire in de sleutelloze
boorkop plaatsen.
WAARSCHUWING:
•
Meng of pomp niet met dit gereedschap vloeistoffen
die gemakkelijk kunnen ontbranden of kunnen
ontploffen (wasbenzine, alcohol, enz.).
•
Meng of roer geen brandbare vloeistoffen die als
zodanig zijn gelabeld.
Schroevendraaien
Uw gereedschap heeft een koppeling met verstelbare torsie
voor het in- en uitdraaien van bevestigingsmateriaal in een
uitgebreide reeks vormen en maten. Met de getallen op de
kraag
voor selectie van de werkstand kunt u een torsiebereik
6
op de voet van het
voor schroevendraaien instellen. Hoe hoger het getal op de
kraag, des te hoger is het aanhaalmoment en des te groter het
bevestigingsmateriaal dat kan worden geschroefd.
1. Draai de kraag
6
voor selectie van de werkstand in de stand
van uw keuze. Raadpleeg Standenselectie.
2. Trek de Aan/uit-schakelaar in en oefen in een rechte lijn
druk uit met het schroefbit, tot het bevestigingsmateriaal op
de gewenste diepte in het werkstuk komt.
aanbevelingen voor schroevendraaien
•
Begin met een lagere instelling voor de torsie, en ga
vervolgens door naar hoger instellingen voor de torsie
zodat u niet het werkstuk of het bevestigingsmateriaal
kunt beschadigen.
•
Probeer in een stuk afvalhout of op een onzichtbare plek of
u de kraag voor selectie van de werkstand in de juiste stand
hebt gezet.
Boren
1. Draai de kraag
6
voor selectie van de werkstand naar het
symbool van het boortje. Raadpleeg Standenselectie.
2. Maak met het boortje contact met het werkstuk.
OPMERkInG: Gebruik alleen scherpe boortjes.
3. Trek de Aan/uit-schakelaar in en oefen in een rechte lijn
druk uit met het boortje, tot het de gewenste diepte bereikt.
WAARSCHUWING: Boormachine kan vastlopen
als u deze overbelast en er kan dan een plotselinge
draaibeweging ontstaan. Wees altijd voorbereid op het
vastlopen. Grijp de boormachine stevig met beide handen
vast zodat u de draaibeweging kunt beheersen en letsel
kunt vermijden.
4. Laat de motor draaien terwijl u het bitje terugtrekt uit het
geboorde gat, zodat het niet kan vastlopen.
aanbevelingen voor boren
•
Oefen tijdens het boren altijd in een rechte lijn druk uit op
het bitje, maar duw niet zo hard dat de motor vastloopt of
het bitje wordt gebogen.
•
aLs DE BOORMaCHInE VasTLOOPT:
-
LaaT DE aan/UIT-sCHakELaaR OnMIDDELLIJk
LOS, haal het boortje uit het werkstuk, en bepaal wat de
oorzaak van het vastlopen is.
-
DRUk nIET DE aan/UIT-sCHakELaaR
sTEEDs OPnIEUW In In EEn POGInG DE
VasTGELOPEn BOOR TE sTaRTEn—DIT kan DE
BOORMaCHInE BEsCHaDIGEn.
-
U kunt het doorbreken van het materiaal en het
vastlopen tot een minimum beperken door de druk
op de boormachine te verminderen en het boortje
geleidelijk door het laatste gedeelte van het boorgat
te leiden.
•
Grote gaten (7,9 mm tot 12,7 mm) in metaal boren is
gemakkelijker als u een gat voorboort (4 mm tot 4,8 mm).
•
Voorkom beschadiging van het materiaal, gebruik een
houten "steunblok" wanneer u boort in dun materiaal of in
materiaal dat gemakkelijk splintert.
nEDERLanDs
83