- haal zaagbladsleutel T uit opbergplaats V
- druk asvergrendelknop C in en houd deze vast terwijl u
bout D met zaagbladsleutel T verwijdert
! druk asvergrendelknop C alleen in als machine
helemaal stilstaat
- laat asvergrendelknop C los
- verwijder flens E
! zorg ervoor, dat het klemoppervlak H van de
flenzen perfect schoon is en naar het zaagblad
wijst
- open onderste beschermkap F met hendel G en
houd deze vast terwijl u het zaagblad monteert
met de zaagtanden en de pijl op het zaagblad in
dezelfde richting wijzend als de pijl op de bovenste
beschermkap
- laat onderste beschermkap F los
- monteer flens E
- druk asvergrendelknop C in en houd deze vast terwijl
u de bout eerst handvast draait, en hem met de
zaagbladsleutel nog 1/8 slag verder vasttrekt (zorgt
voor slippen van het zaagblad wanneer dit grote
weerstand ondervindt, waardoor kans op overbelasting
van de motor en machine-terugslag kleiner wordt)
- laat asvergrendelknop C los
•
Instellen zaagdiepte 6
- voor een optimale zaagsnede mag het zaagblad niet
meer dan 3 mm onder het werkstuk uitsteken
- draai knop J los
- duw voet K omhoog/omlaag totdat gewenste
zaagdiepte op schaal is ingesteld met behulp van
aanwijzer L
- draai knop J vast
•
Instellen verstekhoek (0-50°) 7
- draai knop M los
- kantel machine totdat gewenste verstekhoek op schaal
is ingesteld met behulp van aanwijzer N
- draai knop M vast
! bij verstekzagen correspondeert de zaagdiepte
niet met de waarde op de zaagdiepte-schaal
•
Contrôle 90° verstekhoek 7
- stel voet K op maximale zaagdiepte in en zet deze vast
6
- stel verstekhoek op 0° in en zet deze vast
- controleer met een winkelhaak of hoek tussen
zaagblad en onderkant voet 90° is
- als bijstelling nodig is, knop M losdraaien, en
instelschroef P gebruiken zoals weergegeven
•
Verstelbaar zaaglijnvizier Q 8
- voor het langs de gewenste, op werkstuk aangegeven,
zaaglijn geleiden van machine
- gebruik voor een rechte 0° zaagsnede of een 45°
verstekzaagsnede de betreffende indicatielijn
! laat brede gedeelte van voet op ondersteunde
gedeelte van werkstuk rusten
- kan worden aangepast om tegemoet te komen aan
verschillende zaagbladbreedtes, het kan echter zijn dat
één kant van het zaagblad niet goed aansluit, in welk
geval u moet kiezen of het overtollige materiaal aan de
binnen- of buitenzijde van het blad valt 8
! breedte van zaagsnede wordt bepaald door dikte
van zaagtanden en niet door dikte van zaagblad
zelf
! altijd eerst uitproberen op een stuk afvalmateriaal
•
Stofafzuiging
- sluit een stofzuiger aan op aansluitstuk Y 9
! laat de stofzuigerslang nooit het openen van de
beschermkap of het zagen belemmeren
•
Werken met de machine 9
- steek stekker in stopcontact
- houd handgreep R altijd stevig met de ene en
handgreep S stevig met de andere hand vast
- plaats machine met voorkant van voet goed vlak op het
werkstuk
! zorg dat de zaagtanden het werkstuk niet raken
- schakel uw machine aan door eerst knop B (=
veiligheidsschakelaar, die niet vastgezet kan worden)
en daarna trekker A in te drukken
! het zaagblad moet eerst op volle snelheid zijn
voordat u het in het werkstuk leidt
- beschermkap F opent automatisch als u het zaagblad
in het werkstuk leidt (open beschermkap alleen
handmatig met hendel G voor speciale zaagsnedes
zoals inval-zagen)
! forceer de machine niet (oefen lichte en constante
druk uit om oververhitting van de zaagbladpunten
en het smelten van kunststof materiaal te
voorkomen)
! houd de machine tijdens het werk altijd vast bij
het(de) grijs-gekleurde greepvlak(ken)
- schakel uw machine, na het maken van de zaagsnede,
uit door trekker A los te laten
! zorg ervoor, dat het zaagblad tot stilstand
gekomen is, voordat u de machine van het
werkstuk haalt
TOEPASSINGSADVIES
Leg de goede kant van het werkstuk altijd naar beneden
•
om splinteren tot een minimum te beperken
•
Gebruik uitsluitend scherpe zaagbladen van het juiste
type q
- hoe meer tanden, des te beter de zaagsnede
- zaagbladen met hardmetalen tanden blijven tot 30 maal
langer scherp dan gewone zaagbladen
•
Breedtegeleider Z w
- voor het maken van een precieze zaagsnede langs de
rand van een werkstuk
- kan aan beide kanten van de voet bevestigd worden
Instellen breedtegeleider
- draai knop AA los
- stel gewenste zaagbreedte in met behulp van schaal
op breedtegeleider (gebruik zaaglijnvizier Q als
0-referentiepunt)
- draai knop AA vast
•
Invallend zagen e
- stel gewenste zaagdiepte in
- kantel machine naar voren met zaaglijnvizier Q op één
lijn met op werkstuk aangegeven gewenste zaaglijn
- open onderste beschermkap F met hendel G
- schakel, net voordat u het zaagblad in het werkstuk
leidt, de machine in en laat achterkant van machine
geleidelijk zakken terwijl u voorkant van voet als
"scharnier" gebruikt
- beweeg machine geleidelijk zowel naar beneden als
naar voren
- zodra het zaagblad het materiaal bereikt, hendel G
loslaten
29