Sluit de luchtslang en het luchtuitlaatrooster zoals afgebeeld aan het apparaat aan, evt. dient het
verbindingsstuk van de luchtslang en het luchtuitlaatrooster verwisseld te worden.
Plaats het apparaat zo goed mogelijk in de schaduw en op een koele plaats om de efficiëntie te verhogen en
een oververhitting te vermijden. Bij een omgevingstemperatuur van meer dan 35 graden kan het apparaat
uitschakelen. Indien dit continu gebeurt, raden wij aan het apparaat tijdelijk in INDOOR-WERKING te
gebruiken. Wij adviseren principieel de drainageslang voor het condenswater aan te sluiten.
Stel de functie op "COOLING". Het instelbare temperatuurbereik bedraagt tussen 17 en 30 graden Celsius
doeltemperatuur. Deze stelt u in met de temperatuurbesturing.
De door het apparaat gekoelde, zuurstofrijke lucht wordt via de luchtslang in de kamer geleid. Dit kan bijv.
door een gekanteld venster, een deur of een doorbraak in de muur gebeuren, waarbij u erop dient te letten
dat zo weinig mogelijk warme buitenlucht in de kamer kan geraken. Voor de effectieve koeling bevelen wij u
daarom onze keuze aan verschillende toebehoorartikelen aan, die een binnendringen van warme lucht in de
kamer kunnen reduceren of de afstandsbediening kunnen besturen.
Met de Comfort S Control Kit kunt u het apparaat ook van binnenuit aansturen via de afstandsbediening.
Overige opmerkingen verwarmingsmodus
✓ Het is aanbevolen op koude dagen principieel het apparaat vroegtijdig in werking te stellen om een te
sterk afkoelen van de kamer te verhinderen.
✓ Wij adviseren bij de verwarmfunctie voor het verbeteren van het verwarmeffect of het vermijden van
lagere temperaturen (minder dan 15°C) de rubberen stop van de condenswaterafloop te verwijderen en
het condenswater met de drainageslang uit het apparaat te laten afvloeien. Vergewis u ervan dat de
condenswaterafloop met de rubberen stop is gesloten gedurende de werking. In dit geval gaat u analoog
te werk als bij het legen van de tank bij de koelfunctie.
✓ De verwarmfunctie van het apparaat niet bij een kamertemperatuur van meer dan 25°C of minder dan
15°C gebruiken. Het apparaat kan ook met de verwarmfunctie worden gebruikt als de buitentemperatuur
lager dan 15°C is. Dan dient echter gewaarborgd te worden dat het apparaat in een binnenruimte wordt
bediend en de kamertemperatuur ten minste 15°C bedraagt.
VERWARMEN IN INDOOR-WERKING
Het apparaat staat in een kamer die verwarmd dient te worden.
Sluit de luchtafvoerslang en het luchtuitlaatrooster zoals afgebeeld aan het apparaat aan, evt. dient het
verbindingsstuk van de luchtafvoerslang en het luchtuitlaatrooster verwisseld te worden.
De koude afvoerlucht moet via de luchtafvoerslang uit de kamer worden geleid. Dit kan bijv. door een gekanteld
venster, een deur of een doorbraak in de muur gebeuren, waarbij u erop dient te letten dat zo weinig mogelijk
koude buitenlucht in de kamer kan geraken. Voor de effectieve verwarming bevelen wij u daarom onze keuze
aan verschillende toebehoorartikelen aan, die een binnendringen van koude lucht uit de kamer kunnen
reduceren of verhinderen.
Stel de functie in op "Heating". Het instelbare temperatuurbereik bedraagt tussen 15°C en 25°C
doeltemperatuur. Deze stelt u in met de temperatuurbesturing.
VERWARMEN IN OUTDOOR-WERKING
Het apparaat staat buiten een kamer die verwarmd dient te worden. De Outdoor-werking is ideaal voor de
overgangstijd waarin de buitentemperaturen niet zakken onder 7°C. (Indien de buitentemperatuur echter
continu onder 7°C is, adviseren wij de indoor-werking.) Sluit de luchtafvoerslang en het luchtuitlaatrooster zoals