Vorel 81122 Manual Del Usuario página 78

voer in de handen en armen veroorzaken.
Gebruik warme kledij tijdens de uitvoering
van de werkzaamheden in lage tempera-
turen en houd de handen warm en droog.
In geval van gevoeloosheid, tintelingen,
pijn en bleekwordende huid van vingers en
handen, beëindig alle werkzaamheden en
informeer vervolgens hierover de werkgever
en consulteer het probleem met de huisarts.
De bediening en het onderhoud van het
pneumatische apparaat dient volgens de
aanbevelingen van de gebruiksaanwijzing
te worden uitgevoerd, wat een onnodige toe-
name van de trillingen zal vermijden. Houd
het gereedschap zacht, maar stevig vast,
rekening houdend met de vereiste reactie-
krachten, omdat het gevaar van trillingen
doorgaans groter is wanneer de sterkte van
de greep groter wordt. Houd de aanvullende
handgrepen uit een centrale positie vast en
vermijd druk op de handgreep tot het mo-
ment waarop het apparaat stil wordt. In geval
van breekmachines, verwijder de kleinere
betonfragmenten om te voorkomen dat het
apparaat vast komt te zitten. In geval van
breekmachines, verplaats het apparaat om
enkele seconden. Tijdens de verplaatsing
moet het apparaat stilstaan, omdat de trillin-
gen een hoog niveau kunnen bereiken indien
het ingevoegde element niet op het bewerkte
materiaal steunt.
Aanvullende veiligheidsvoorschriften betref-
fende pneumatische apparaten
Lucht onder druk kan ernstige letsels veroor-
zaken:
- sluit de luchttoevoer altijd af, ledig de slang
van de luchtdruk en ontkoppel het apparaat
van de luchttoevoer, wanneer het: niet wordt
gebruikt, vóór de vervanging van accessoi-
res of tijdens de uitvoering van herstellingen;
- richt de lucht nooit in jouw richting of die
van anderen.
Een klap van de slang kan ernstige letsels
veroorzaken. Controleer altijd of losse slan-
gen of aansluitingen niet beschadigd zijn.
Koude lucht dient ver van handen gericht te
worden
Telkens als er universiële schroefaansluitin-
gen worden gebruikt (klauwverbindingen),
dienen beschermende spillen en verbin-
dingselementen tegen mogelijke beschadi-
gingen van aansluitingen tussen de slangen
en tussen de slang en het gereedschap te
worden gebruikt. Overschrijd de voor het
apparraat aangegeven maximale luchtdruk
niet.
OOR SP RO NK EL I J K E I NS T RU C TI E S
78
NL
Gebruik de slang niet om het apparaat te
verplaatsen.
GEBRUIKSVOORWAARDEN
Zorg ervoor, dat de bron van perslucht de
juiste werkdruk genereert en de vereiste
doorstroom van lucht garandeert. In geval
van een te hoge voedingsdruk dient het
reduceertoestel samen met de veiligheids-
klep te worden gebruikt. Het pneumatische
apparaat dient via het fi ltersysteem en het
smeermiddel te worden gevoed. Dit zal te-
gelijkertijd garanderen, dat de lucht door de
olie gezuiverd en bevochtigd wordt. Contro-
leer vóór elk gebruik de staat van het fi lter
en het smeermiddel. Reinig eventueel het
fi lter en vul het tekort van olie in het smeer-
middel aan. Dit zal het juiste gebruik van
het apparaat garanderen en zijn levensduur
verlengen.
Gebruik altijd de aanvullende handgreep bij
grote belastingen.
In geval dat de boor stopt, bvb. wanneer de
boor vast komt te zitten of terwijl ze door
het geboorde materiaal gaat, kunnen grote
omwentelingskrachten vrijkomen die het ap-
paraat kunnen beïnvloeden. Neem een ge-
paste houding aan om zulke krachten tegen
te kunnen werken.
Een onverwachte beweging van het appa-
raat of het breken van de boor kan letsels
veroorzaken.
In geval dat aanvullende handgrepen of on-
dersteunende standaards worden gebruikt,
controleer of het element juist en stevig werd
gemonteerd.
Neem een gepaste houding aan om normale
of onverwachte beweging van het apparaat
veroorzaak door het koppel tegen te kunnen
werken.
Houd het lichaam en de kledij ver van de ro-
terende boorkop en de boor, zodat ze door
hen niet ingetrokken of gevangen worden.
Controleer altijd of alle sleutels en gereed-
schap gebruikt voor de instelling en beves-
tiging van andere elementen in de boorma-
chine verwijderd zijn alvorens met boren te
beginnen.
GEBRUIKSAANWIJZING
Alvorens elk gebruik, controleer of de ele-
menten van het pneumatische systeem niet
beschadigd zijn. In geval van schade, dienen
de elementen door nieuwe, onbeschadigde
elementen te worden vervangen.