Las alleen als de omgevingslucht geen
hoge concentratie stof, zuurdampen,
gassen of explosieve substanties be-
vat. Extra voorzichtigheid is geboden
bij reparatiewerkzaamheden aan lei-
dingsystemen en tanks die brandbare
vloeistoffen of gassen bevatten of heb-
ben bevat.
Raak nooit spanningvoerende onder-
delen in of buiten de behuizing aan.
Raak nooit de laselektrode of onder
lasspanning staande delen aan als het
apparaat is ingeschakeld.
Plaats het apparaat niet in de regen,
spuit het niet af en gebruik geen stoom.
Las nooit zonder laskap. Waarschuw
anderen in uw omgeving voor de vlam-
boogstralen.
Gebruik een geschikte afzuiger voor
gassen en lasdampen.
Draag een lashelm met een ademtoe-
stel als gevaar bestaat dat u las- of snij-
dampen zou kunnen inademen.
Wordt tijdens het werk de netkabel
beschadigd of doorgesneden? Raak de
kabel dan niet aan, maar trek direct de
netstekker uit de contactdoos. Gebruik
het apparaat nooit als de kabel bescha-
digd is.
Houd een brandblusser binnen hand-
bereik.
Voer na het beëindigen van de las-
werkzaamheden een brandcontrole uit
(zie ongevallenpreventievoorschriften
(UVV
).
1)
Probeer nooit de drukregelaar te de-
monteren. Vervang een defecte druk-
regelaar.
Transporteer en plaats het apparaat
altijd op een stevige en vlakke onder-
grond.
De maximaal toelaatbare neiging voor
transport en plaatsing bedraagt 10°.
- 80 -
Service- en reparatiewerkzaamheden mogen
alleen door een geschoolde elektricien worden
uitgevoerd.
Zorg dat de werkstukkabel goed en direct con-
tact maakt direct bij de lasplaats. Laat de las-
stroom niet via kettingen, kogellagers, staalka-
bels of aardleidingen en dergelijke lopen. Deze
kunnen daarbij smelten.
Borg uzelf en het lasapparaat als u op hoogge-
legen of hellende vlakken moet werken.
Sluit het lasapparaat uitsluitend aan op een
correct geaard elektriciteitsnet. (Driefasesys-
teem met vier draden en geaarde nulleider of
eenfasesysteem met drie draden en geaarde
nulleider.) Stopcontact en verlengkabel moe-
ten een functionerende aardleider hebben.
Draag beschermende kleding, lederen hand-
schoenen en lederen lasschort.
Scherm de arbeidszone af met verplaatsbare
wanden of gordijnen.
Ontdooi geen bevroren buizen of leidingen
met behulp van een lasapparaat.
Gebruik in afgesloten reservoirs, in enge ruim-
ten en bij verhoogd elektrisch risico, uitsluitend
met het S-kenmerk.
Schakel het lasapparaat uit en sluit de afsluiter
van de gasfles tijdens pauzes.
Gebruik de borgketting om te voorkomen dat
de gasfles omvalt.
Trek de netstekker uit de contactdoos, voordat
u van opstelplaats verandert of als werkzaam-
heden aan het lasapparaat wilt uitvoeren.
Neem de voor uw land geldende voorschriften
betreffende het voorkomen van ongevallen in
acht. Wijzigingen voorbehouden.
4
UVV-controle
De eigenaar/gebruiker van professioneel te
gebruiken lasapparatuur is afhankelijk van de
inzet deze apparatuur periodiek te onderwerpen
aan een veiligheidsinspectie conform EN 60974-
4. Lorch adviseert een inspectie-interval van 12
maanden.
Voer ook na wijzigingen of herstel van de appara-
tuur een veiligheidsinspectie uit.
909.4169.9-03
UVV-controle
04.19