Bediening
(3) Meting van de aardingsweerstand
Zet de draaikeuzeschakelaar op 3POL en druk op de knop MEASURE. Tijdens de actieve meting brandt de knop. Na
beëindiging van de meting klinkt een signaal en de led gaat uit. De gegevens worden automatisch weergegeven.
Opgelet:
Wanneer > LIMIT 4000 Ω op het LCD wordt weergegeven, dan betekent dat dat de hulpaardingsweerstand van
de hulpaardingspinnen zo hoog is, dat de stroom niet door het meetinstrument kan stromen. Controleer of de
meetleidingen los zijn gaan zitten en de hoogte van de aardingsweerstand van de hulpaardingspinnen. Wanneer
de meetleidingen bij de meting in elkaar zijn gedraaid of elkaar raken, dan leidt dit tot meetfouten. Daarom moet
ervoor worden gezorgd dat de meetleidingen bij de meting van elkaar zijn gescheiden. Daarnaast leidt een te
hoge hulpaardingsweerstand tot onaanvaardbare meetfouten. Zorg ervoor dat de hulpaardingspinnen P en C
diep in vochtige grond gestoken en correct aangesloten worden.
Gegevensopslag
Het meetinstrument kan tot 100 groepen meetgegevens opslaan, die ook bij onderbreking van de voeding bewaard
blijven.
(1) Druk in stand-by op 'MEMO' om de weergave voor de gegevensopslag op te roepen. MEMO brandt rechts
onder op het LCD. Wanneer de voorhanden geheugenplaats al bezet is, dan brandt USED. Druk opnieuw op
'MEMO' om de gegevensopslag te verlaten.
(2) Door kort op 'ENTER' te drukken wisselt u tussen de eenheden en tientallen van de geheugenplaats waar
u met '
' of '
' doorheen kunt bladeren.
(3) Houd 'ENTER' 5 seconden ingedrukt om een gegevensgroep op te slaan. Wanneer onder de gekozen
geheugenplaats al gegevens opgeslagen waren, dan worden deze overschreven.
Uitlezen van gegevens
Door het uitlezen van gegevens kunt u de in het meetinstrument opgeslagen vroegere metingen controleren.
(1) Druk in stand-by op 'MEMO' om de weergave voor de gegevensopslag op te roepen. MEMO brandt rechts
onder op het LCD. Wanneer de voorhanden geheugenplaats al bezet is, dan brandt USED. Druk opnieuw op
'MEMO' om de gegevensopslag te verlaten.
(2) Door kort op 'ENTER' te drukken wisselt u tussen de eenheden en tientallen van de geheugenplaats waar
u met '
' of '
' doorheen kunt bladeren.
(3) Houd 'ENTER' 5 seconden ingedrukt om een opgeslagen gegevensgroep uit te lezen.
REL – relatieve meting
De relatieve meting is alleen beschikbaar bij het meten van de aardingsweerstand. Door op REL te drukken wordt
omgeschakeld tussen normale en relatieve meting.
(1) In de modus relatieve meting verschijnt het symbool 'REL' op het LCD en de actuele meetwaarde wordt voor
later gebruik opgeslagen. In de volgende relatieve meting verschijnt op het LCD het verschil tussen de
ingangswaarde en de referentiewaarde, dus: weergegeven meetwaarde = ingangswaarde – referentiewaarde.
(2) Tijdens een lopende normale aardingsweerstandsmeting kan niet worden gewisseld naar de bedrijfsmodus REL.
(3) Er kan niet worden overgeschakeld naar de modus REL terwijl gegevens worden uitgelezen of opgeslagen.
(4) Er kan niet worden overgeschakeld naar de modus REL wanneer de actuele meetwaarde boven de
grenswaarde ligt.
MAX/MIN/AVG-meting
Door op de knop MAX/MIN/AVG te drukken wordt omgeschakeld tussen de meetsoorten Maximum, Minimum,
Gemiddelde of Normaal. Op het LCD verschijnt het bijbehorende symbool.
(1) Wanneer MAX is gekozen, toont het LCD het maximum van alle gegevens.
(2) Wanneer MIN is gekozen, toont het LCD het minimum van alle gegevens.
(3) Wanneer AVG is gekozen, toont het LCD het gemiddelde van alle gegevens.
72
®
Testboy
TV 441