Zodra het apparaat de gewenste temperatuur bereikt heeft, kunt u het weer vul-
len met levensmiddelen. Gebruik geen scherpe kunststof of houten spatels.
11. Maatregelen bij uitval van de netvoeding
Ontdooide levensmiddelen, ook gedeeltelijk ontdooid, mogen niet opnieuw wor-
den ingevroren.
Bij stroomuitval moet u vóór gebruik van de levensmiddelen controleren of ze
nog in orde zijn (zie ook "3.4. Omgang met het apparaat" op blz. 85).
12. Transport
Trek de stekker (6) uit het geaarde stopcontact.
Verwijder alle voorwerpen en het rooster (7) en de aflegschaal (4) uit de binnen-
ruimte van het apparaat.
Draai de stelpootjes (3) naar binnen.
Plak de deur van de vriesruimte (2) met tape dicht.
Transporteer het apparaat indien mogelijk altijd rechtop. Wanneer het apparaat
tijdens transport meer dan 40° wordt gekanteld, mag het apparaat pas na 30 mi-
nuten op het lichtnet worden aangesloten en ingeschakeld, zodat het koelmid-
delcircuit na het transport tot rust kan komen.
13. Problemen oplossen
Tijdens het gebruik kunnen storingen optreden.
Controleer aan de hand van de volgende tabel of u het probleem zelf kunt ver-
helpen. Elke andere reparatie is niet toegestaan en heeft tot gevolg dat de ga-
rantie vervalt.
Neem daarom bij storingen contact op met ons Service Center of een ander pro-
fessioneel reparatiebedrijf.
DE
FR
NL
ES
IT
101