De spanning van het zaagblad aanpassen (Afb. E)
Wat de juiste spanning is, hangt af van de breedte van het zaagblad dat wordt gebruikt.
Raadpleeg de schaalverdeling
24
op de machine.
Pas de spanning van het zaagblad aan met de zaagbladspanner
spanning aanwijst die hoort bij de breedte van het zaagblad.
De positie van het zaagblad aanpassen (Afb. A, F)
Het zaagblad moet worden gecentreerd op de rand van het bovenste bankwiel
WAARSCHUWING: Raak het zaagblad niet aan maar draai het bovenste bankwiel
met uw vinger op één van de spaken.
Draai de aanpassing voor de centrering van het zaagblad (
terwijl u het bovenste bankwiel met de andere draait.
De zaagbladgeleidingsblokken en achterste steunlagers
aanpassen (Afb. D6, G)
Tijdens het zagen worden er naar voren en naar opzij gerichte krachten op het zaagblad
uitgeoefend. De achterste steunlagers
25
voor het onder controle houden van de voor-naar-achterenbeweging. De 45˚- en
90˚-geleidingsblokken zijn 0,1 mm van het zaagblad geplaatst voor het onder controle
houden van de zijwaartse zaagbladpositie.
1. Kantel de tafel naar 45˚ als u de onderste geleiding wilt bereiken.
2. Draai de knop
24
los en plaats de achterste steunlager
3. Draai de knop
24
aan.
4. Draai alle vier inbusschroeven
los, plaats de blokken 0,1 mm van het zaagblad en draai
26
de inbusschroeven weer aan.
5. Draai de moer
27
zo nodig los als u de gehele geleiding wilt verplaatsen.
6. Controleer dat het zaagblad in het midden van de tafelinzet loopt.
7. Draai alle vier bouten aan waarmee de tafel vastzit op de kanteltafelsteun.
8. Sluit de zaagbladbeschermkap
en de deur.
3
9. Zet de tafel op z'n plaats vast.
De langsgeleiding monteren en aanpassen (Afb. H)
De lintzaagtafel is voorzien van een U-vormige sleuf en een schaalverdeling voor
de langsgeleiding.
1. Draai de vergrendelknop
28
los.
2. Schuif de langsgeleiding aan de voorzijde op de tafel en gebruik de U-vormige sleuf
als geleiding.
3. Draai de vergrendelknop
28
aan en controleer dat de langsgeleiding parallel aan het
zaagblad loopt.
4. Als aanpassing nodig is, draai dan de inbusschroeven via de gaten
langsgeleiding los en voer de gewenste aanpassing uit.
5. Draai alle schroeven aan en controleer opnieuw.
De verstekgeleiding monteren (Afb. J)
De lintzaagtafel is voorzien van een groef waarin de verstekgeleiding kan worden geplaatst.
De verstekgeleiding
6
is voorzien van een aanpasbare stop
worden vergrendeld in iedere stand van 0 tot 60° links en rechts en wordt vergrendeld met
de vergrendelknop
31
. U hoeft alleen maar de verstekgeleiding op de tafel te schuiven en te
vergrendelen in de gewenste hoek.
De kantelhoek instellen (Afb. K)
1. Draai de vergrendelhefboom
los.
12
2. Kantel de tafel in de gewenste hoek en vergrendel de hefboom.
3. Als u de hoek op 90° wilt instellen, plaatst u een rechte haak tegen het zaagblad en past u
de stop
32
aan totdat deze de onderzijde van de tafel raakt.
De zaagbladbeschermkap aanpassen (Afb. L)
1. De zaagbladbeschermkap
3
moet altijd ongeveer 10 mm boven het oppervlak van het
werkstuk zijn geplaatst.
2. Draai de knop
zodat u de hoogte van de beschermkap kunt aanpassen.
15
Snelheid wisselen (Afb. M1–M2)
De lintzaag heeft twee snelheden. De lage snelheid wordt bereikt met de aandrijfriem
op de kleine aandrijfkatrol
34
. De hoge snelheid wordt bereikt met de aandrijfriem
op de grote aandrijfkatrol
(Afb. M1). Raadpleeg voor nominale snelheden de
35
technische gegevens.
1. Draai de bout voor de motorplaatsing
de spanning van de aandrijfriem is (Afb. M2)
2. Haal de aandrijfriem van de wielkatrol
3. Plaats de aandrijfriem weer op de wielkatrol
aandrijfkatrol
34
of
35
.
4. Plaats de motor weer in de sleuf
36
voor de juiste spanning van de aandrijfriem en zet de
bout voor de plaatsing van de motor
13
Voor ingebruikneming
•
Controleer zorgvuldig de aanpasbare bovenste en onderste zaagbladblokken,
de beweegbare deur en de buis voor stofafzuiging zodat gegarandeerd is dat zij
goed werken.
8
totdat de wijzer
23
.
22
14
, Fig A) licht met de ene hand,
zijn 0,5 mm achter het zaagblad geplaatst
25
0,5 mm van het zaagblad.
44
in de
30
. De verstekgeleiding kan
33
en verplaats de motor naar de sleuf
13
36
37
en vervolgens van de aandrijfkatrol
34
en vervolgens op de gewenste
37
vast.
•
Zorg ervoor dat spaanders, stof of een deel van het werkstuk niet kunnen leiden tot
blokkering van één van de functies. Als delen van het werkstuk zijn vastgelopen tussen
het lintzaagblad en het onderste zaagbladblok, trek de stekker van het netsnoer van
de machine dan uit het stopcontact en volg de instructies die worden gegeven in het
de
hoofdstuk Het lintzaagblad monteren. Verwijder de vastgelopen gedeelten en monteer
het zaagblad opnieuw.
BEDIENING
Instructies voor gebruik
22
WAARSCHUWING: Houd u altijd aan de veiligheidsinstructies en van toepassing
zijnde voorschriften.
WAARSCHUWING: Om het gevaar op ernstig persoonlijk letsel te verminderen,
zet u het gereedschap uit en ontkoppelt u het van de stroomvoorziening, voordat
u enige aanpassing maakt of hulpstukken of accessoires verwijdert/installeert.
Zorg ervoor dat de hoofdschakelaar in de OFF (UIT) positie staat. Het onbedoeld opstarten
kan letsel veroorzaken.
•
Forceer de zaagwerking niet.
•
Laat de motor eerst geheel op snelheid komen voordat u met zagen begint.
•
Selecteer een geschikt zaagblad.Laat de machine nooit draaien zonder dat de
beschermkappen zijn geplaatst.
•
Zet niet te veel spanning op het zaagblad.
Het is belangrijk dat de machine wordt geplaatst overeenkomstig uw ergonomische condities
waar het betreft hoogte en stabiliteit van het werkblad. De plaats van de machine moet zo
worden gekozen dat de gebruiker een goed overzicht heeft en voldoende ruimte rond de
machine heeft voor het zonder enige beperkingen werken met het werkstuk.
Verminder de effecten van trillingen door ervoor te zorgen dat de omgevingstemperatuur niet
te koud is, de machine en de accessoires goed zijn onderhouden en dat de omvang van het
werkstuk geschikt is voor deze machine
In- en uitschakelen (Afb. A)
De aan/uit-schakelaar
1
werkt alleen wanneer de deur is gesloten.
I = AAN Het gereedschap werkt nu zonder onderbreking. •
0 = UIT
Eenvoudige zaagsneden
Plaats de zaagbladbeschermkap altijd ongeveer 10 mm boven het oppervlak van het werkstuk.
29
Overlangszagen
WAARSCHUWING: Schakel het gereedschap altijd UIT wanneer het werk is voltooid en
voordat u de stekker uit het stopcontact trekt.
1. Monteer de langsgeleiding zoals wordt beschreven in De langsgeleiding monteren
en aanpassen.
2. Stel de langsgeleiding met behulp van de schaalverdeling in op de breedte van de
gewenste zaagsnede.
3. Voer het werkstuk langzaam tegen het zaagblad terwijl u het stevig op de tafel en tegen
de langsgeleiding gedrukt houdt. Laat de tanden zagen en dwing het werkstuk niet door
het zaagblad. De snelheid van het zaagblad moet constant worden gehouden.
4. Gebruik een aanduwstok wanneer u in buurt van het zaagblad komt.
Verstekzaagsneden (Afb. N)
1. Stel de gewenste hoek in op de verstekgeleiding
vergrendelingsknop
31
.
2. Gebruik zo nodig de zaagsnedelengtebalk
de schroef
38
in de gewenste positie.
3. Ga verder als bij overlangszagen.
Schuine zaagsneden
1. Kantel de tafel in de gewenste hoek.
2. Installer de langsgeleiding rechts van het zaagblad.
3. Ga verder als bij overlangszagen.
Samengesteld verstek
Deze zaagsnede is een combinatie van verstek en schuine zaagsnede.
Stel de tafel in de gewenste hoek en ga verder als bij overlangszagen.
33
Zaagsneden uit de vrije hand
Zaagsneden uit de vrije hand worden uitgevoerd zonder de hulp van een langsgeleiding.
Probeer niet kleinere bochten te zagen dan het zaagblad toelaat.
zodat
ONDERHOUD
Uw D
WALT gereedschap op stroom is ontworpen om gedurende een lange tijdsperiode te
of
35
.
e
functioneren met een minimum aan onderhoud. Het continu naar bevrediging functioneren
hangt af van de juiste zorg voor het gereedschap en regelmatig schoonmaken.
WAARSCHUWING: Om het gevaar op ernstig persoonlijk letsel te verminderen,
zet u het gereedschap uit en ontkoppelt u het van de stroomvoorziening, voordat
u enige aanpassing maakt of hulpstukken of accessoires verwijdert/installeert.
Zorg ervoor dat de hoofdschakelaar in de OFF (UIT) positie staat. Het onbedoeld opstarten
kan letsel veroorzaken.
nEDERLanDs
6
en zet deze vast met de
30
. Vergrendel de zaagsnedelengtebalk met
37