7 Schuurschijf aanbrengen
Voor alle ombouwwerkzaamheden: de
netstekker uit het stopcontact halen. De
machine moet uitgeschakeld zijn en de spindel
stilstaan.
Voor het werken met doorslijpschijven uit
veiligheidsoverwegingen de beschermkap
van de doorslijpschijf (zie hoofdstuk 11 Acces-
soires) gebruiken.
7.1
Spindel vastzetten
De spindelvastzetknop (3) alleen bij stil-
staande spindel indrukken!
- De spindelvastzetknop (3) indrukken en de
spindel
(2) met de hand draaien tot de spindelvastzet-
knop merkbaar inklikt.
7.2
De schuurschijf erop plaatsen
Zie pagina 3, afbeelding C.
- De steunflens (1) op de spindel plaatsen. Deze is
op de juiste wijze aangebracht als hij op de
spindel niet gedraaid kan worden.
- De schuurschijf, zoals in afbeelding C aange-
geven, op de steunflens (1) plaatsen.
De schuurschijf dient gelijkmatig op de steunf-
lens te liggen. De plaatflens van de doorslijp-
schijven dient op de steunflens te liggen.
7.3
Spanmoer bevestigen/losmaken
Spanmoer (10) bevestigen:
De 2 kanten van de spanmoer zijn verschillend. De
spanmoer als volgt op de spindel schroeven:
Zie pagina 3, afbeelding D.
- A) Bij dunne schuurschijven:
De band van de spanmoer (10) wijst naar boven,
zodat de dunne schuurschijf veilig kan worden
gespannen.
B) Bij dikke schuurschijven:
De band van de spanmoer (10) wijst naar
beneden, zodat de spanmoer veilig op de
spindel kan worden aangebracht.
- De spindel vergrendelen. De spanmoer (10) met
de tweegaatssleutel (11) met de wijzers van de
klok mee vastzetten.
Spanmoer losmaken:
- Spindel vastzetten (zie hoofdstuk 7.1). De span-
moer (10) met de tweegaatssleutel (11) tegen de
wijzers van de klok in afschroeven.
NEDERLANDS
8 Gebruik
8.1
In-/uitschakelen
De machine altijd met beide handen
geleiden!
Eerst inschakelen, dan het inzetgereed-
schap naar het werkstuk brengen.
Het opzuigen van extra stof en spanen door
de machine dient te worden voorkomen. Bij het in-
en uitschakelen moet erop worden gelet dat zich
geen neergeslagen stof in de buurt van de
machine bevindt. De machine na het uitschakelen
pas wegzetten wanneer de motor tot stilstand is
gekomen.
Voorkom onverhoeds aanlopen: De machine
altijd uitschakelen wanneer de stekker uit het
stopcontact wordt gehaald of wanneer zich een
stroomonderbreking heeft voorgedaan.
Bij de continu-inschakeling loopt de
machine verder wanneer hij uit de hand
wordt getrokken. Daarom de machine altijd met
beide handen aan de hiervoor bestemde handg-
repen vasthouden, ervoor zorgen dat u stevig staat
en geconcentreerd werken.
Zie pagina 3, afbeelding A.
Momentinschakeling:
Inschakelen: De blokkering (4) en vervolgens de
drukschakelaar (5) indrukken. (4) De blok-
kering loslaten.
Uitschakelen: De drukschakelaar (5) loslaten.
Continu-inschakeling (afhankelijk van de
uitvoering):
Inschakelen: De blokkering (4) indrukken en inge-
drukt houden. De drukschakelaar (5)
indrukken en ingedrukt houden. De
machine is nu ingeschakeld. Nu de blokke-
ring (4) opnieuw indrukken om de druk-
schakelaar (5) te vergrendelen (continu-
inschakeling).
Uitschakelen: De drukschakelaar (5) indrukken en
loslaten.
8.2
Werkinstructies
Schuren:
De machine matig aandrukken en over het
oppervlak heen- en weer bewegen, zodat het
werkstukoppervlak niet te heet wordt.
Grofslijpen: Voor een goed arbeidsresultaat dient u
te werken met een invalshoek van 30° - 40°.
NL
33