6. Specificaties voor koelleidingen en afvoerleidingen
Om dauwdruppels te voorkomen, moet u voldoende antizweet- en isolatiematerialen
op de koel- en afvoerleidingen aanbrengen.
Als u de koelleidingen plaatselijk koopt, moet u ervoor zorgen dat u plaatselijk te krij-
gen isolatiemateriaal (met een warmtebestendigheid van meer dan 100 °C en een
dikte zoals hieronder is aangegeven) op zowel de vloeistofleiding als de gasleiding
aanbrengt.
Isoleer alle binnenleidingen met een minimale zwaartekracht van 0,03 voor polyethy-
leen en een dikte zoals hieronder aangegeven.
6.1. Specificaties voor koelleidingen en afvoerleidingen
Model
Item
Vloeistofleiding
Koelleiding
(Hardgesoldeerde aansluiting)
Gasleiding
Afvoerleiding
6.2. Koelleiding, afvoerleiding en vulopening
[Fig. 6.2.1] (P.2)
A Koelstofpijp (vloeistofpijp)
B Koelstofpijp (gaspijp)
C Afvoerleiding (Buitendiameter ø32)
D Afvoerleiding (Buitendiameter ø32, spontane afvoer)
7. De koel- en afvoerleidingen aansluiten
7.1. Koelleidingwerk
Deze werkzaamheden aan de pijpleidingen dienen te worden uitgevoerd volgens de
installatiehandleiding van zowel het buitenapparaat als de BC-bedieningseenheid
(de R2-lijn van apparaten die zowel koelen als verwarmen).
• De R2-lijn is ontworpen voor gebruik in een systeem waarbij de koelstofpijp van
een buitenapparaat uitkomt bij de BC-bedieningseenheid en de pijp zich vertakt bij
de BC-bedieningseenheid om aan te sluiten op binnenapparaten.
• Voor beperkingen met betrekking tot pijplengtes en toegestane hoogteverschillen,
verwijzen wij u naar de installatie-instructies van het buitenapparaat.
• De verbinding tussen de leidingen is een hardsoldeer-verbinding.
Voorzichtig:
• Installeer de koelvloeistofleidingen voor het binnenapparaat volgens de
onderstaande procedure.
1. Zaag het uiteinde van de koelvloeistofleiding van het binnenapparaat af, laat het
gas weglopen en verwijder de hardgesoldeerde eindkap.
[Fig. 7.1.1] (P.3)
A Hier afzagen
B Verwijder hardgesoldeerde eindkap
2. Trek de thermische isolatie van de koelstofleiding buiten het apparaat terug, sol-
deer het uiteinde van de koelstofleiding en schuif het isolatiemateriaal terug naar
de oorspronkelijke stand.
Omwikkel de leidingen met isolerende tape.
Opmerking:
• Als u de koelleidingen hardsoldeert, zorg er dan eerst voor dat u de leidingen
van de apparaten in een natte doek wikkelt zodat deze niet in brand kunnen
vliegen en door hitte kunnen krimpen.
[Fig. 7.1.2] (P.3)
A Met een natte doek koelen
• Ga bij het omwikkelen van koperen leidingen altijd zorgvuldig te werk. Slor-
dig omwikkelen van de leidingen kan de condensatievorming versterken in
plaats van tegengaan.
[Fig. 7.1.3] (P.3)
A Thermische isolatie
C Omwikkelen met natte doeken
D Terugschuiven naar oorspronkelijke positie
E Zorg dat er hier geen ruimte tussen blijft
F Omwikkelen met isolerende tape
44
PEFY-P·VMA(L)-E
20·25·32·40·50
ø 6,35
ø 12,7
Buitendiameter ø32
B Trekken
a Selecteer de dikte van het isolatiemateriaal aan de hand van de diameter van de
leiding.
Diameter leiding
6,4 mm – 25,4 mm
28,6 mm – 38,1 mm
b Als het apparaat gebruikt wordt op de hoogste verdieping van een gebouw en in
omstandigheden met een hoge temperatuur en luchtvochtigheid, moet u leidingen
met een grotere diameter en dikkere isolatie gebruiken dan die hierboven is aan-
gegeven.
c Als de klant specificaties heeft, volg die dan simpelweg op.
63·71·80·100·125·140
ø 9,52
ø 15,88
Pas op bij koelleidingen
Gebruik niet-oxyderend soldeersel bij het hardsolderen om er zeker van te
zijn dat er geen vreemde stoffen of vocht de pijp kunnen binnendringen.
Zorg ervoor dat u koelmachine-olie op het zittingsoppervlak van de "flare"-
aansluiting doet en dat u de leidingen stevig vastdraait met gebruik van een
dubbele steeksleutel.
Gebruik een metalen beugel om de koelleiding te ondersteunen zodat er
geen gewicht op de einde van de leiding aan het binnenapparaat komt te
staan. Monteer deze steunbeugel op 50 cm afstand van de "flare"-aanslui-
ting van het binnenapparaat.
Waarschuwing:
Gebruik uitsluitend het type koelmiddel dat in de meegeleverde handleidingen
en op het typeplaatje wordt genoemd.
- Als u een ander type gebruikt, kunnen het toestel of leidingen barsten en bestaat er
gevaar voor ontploffing of brand tijdens gebruik, reparatie en verwijdering van het
toestel.
- Ook overtreedt u mogelijk toepasselijke wetgeving als u dit voorschrift niet volgt.
- MITSUBISHI ELECTRIC CORPORATION kan niet aansprakelijkheid worden
gesteld voor storingen en ongevallen die het gevolg zijn van gebruik van een ver-
keerd type koelmiddel.
Voorzichtig:
• Gebruik fosforhoudende, zuurstofarme C1220-koperpijpen (Cu-DHP) als
koelstofpijpen zoals opgegeven in JIS H3300 "Naadloze pijpen en buizen van
koper of koperlegeringen". Daarnaast dient u ervoor te zorgen dat de binnen-
en buitenoppervlakken van de pijpen schoon zijn en vrij zijn van gevaarlijk
zwavel, oxiden, stof/vuil, deeltjes ten gevolge van nasnijden, olieresten,
vocht of andere verontreinigingen.
• Maak geen gebruik van de bestaande koelstofpijpen.
- De oude koelstof en koelmachine-olie in de bestaande buizen bevat een grote
hoeveelheid chloor die ervoor kan zorgen dat de koelmachine-olie van het
nieuwe apparaat verslechtert.
• Sla de te gebruiken pijpen binnen op en zorg ervoor dat beide uiteinden van
de pijpen afgesloten zijn, tot vlak voordat deze worden gesoldeerd.
- Indien er stof, vuil of water in de koelcyclus terecht komt, kan dit verslechtering
van de olie of een storing in de compressor als gevolg hebben.
• Gebruik Suniso 4GS of 3GS (kleine hoeveelheid) als koelmachine-olie voor
de coating van optromp- en flensverbindingen. (Voor typen die gebruik
maken van R22)
• Gebruik esterolie, etherolie of alkylbenzeen (kleine hoeveelheid) als koelma-
chine-olie voor de coating van optromp- en flensverbindingen. (Voor typen
die gebruik maken van R410A of R407C)
- De koelstof die in de airconditioner wordt gebruikt is uiterst hygroscopisch, en
vermengd met water kan het de kwaliteit van de koelmachine-olie verslechteren.
Dikte isolatiemateriaal
Minimaal 10 mm
Minimaal 15 mm