6. Plaats het nieuwe zaagblad en de andere
onderdelen in omgekeerde volgorde.
Controleer of de richting die op het blad
wordt weergegeven, overeenkomt met
de draairichting van de motor.
Stofextractie aansluiten
Draai het aanzetstuk voor stofextractie (17) in
de gewenste positie en verbind het met een
stofzuiger of stofextractor, indien nodig door
middel van het hulpstuk voor stofextractie
(7).
De afschermfunctie van het blad
controleren
Plaats de grondplaat van de zaag op de
rand van een plat oppervlak en laat de zaag
zakken. Controleer of de zaag automatisch
terugkeert naar de uitgangspositie.
De geleiderail monteren (alleen bij
aanschaf van 33048)
Plaats de koppelverbindingen (23) in de
groeven aan de onderkant van de twee
delen van de geleiderail (21) en druk
de delen volledig tegen elkaar. Draai de
vergrendelschroeven (22) vast met de
inbussleutel (4).
De rubberen lip op de geleiderail beschermt
de rand van het werkstuk tegen versplinteren
tijdens het zagen. Snijd voor het eerste
gebruik de rubberen lip van de geleiderail op
lengte.
Plaats de zaag op de geleiderail zoals
hieronder beschreven. Maak een snede over
de gehele lengte van de geleiderail met een
zaagdiepte van ongeveer 10 mm. Gooi het
stuk rubberen lip dat is afgezaagd weg.
De invalzaag op de geleiderail monteren
(alleen bij aanschaf van 33048)
Plaats de invalzaag op de geleiderail (21)
zodat het verhoogde deel van de geleiderail
aansluit op de groef (20) van de invalzaag.
Controleer hoe groot de ruimte is tussen de
invalzaag en de geleiderail. Stel indien nodig
de excentrische schroeven (10) af zodat de
grondplaat van de invalzaag zonder moeite
naar voren bewogen kan worden op de
geleiderail, met een minimale tussenruimte.
Aanpassen
De zaagdiepte instellen
Draai de vergrendelknop (12) los en beweeg
de dieptestop in de gewenste positie.
Als u geen geleiderail gebruikt, moet de
dieptestop zo gepositioneerd worden, dat
de A-markering gelijk is aan de vereiste
zaagdiepte op de diepteschaal (13).
Als u de geleiderail wel gebruikt, moet de
dieptestop zo gepositioneerd worden, dat
de B-markering gelijk is aan de vereiste
zaagdiepte op de diepteschaal (13).
Draai de vergrendelknop (12) weer vast.
De zaagdiepte mag slechts een klein beetje
meer zijn dan de dikte van het werkstuk,
zodat het zaagblad niet meer dan de hoogte
van 1 zaagtand uit de onderkant van het
werkstuk steekt.
NL
67