Dolby
Wijzig de instelling van wanneer Dolby-signalen worden ingevoerd.
Instellingsitem
Standaardwaarde Instellingsinformatie
Loudness
On
Management
Volume
Wijzig de Volume-instellingen.
Instellingsitem
Standaardwaarde Instellingsinformatie
Mute Level
-∞dB
Volume Limit
Off
Power On Level
Last
Headphone Level 0.0 dB
Schakel bij het afspelen van Dolby TrueHD de
dialoognormalisatiefunctie in, die het volume van
dialoog op een bepaald niveau handhaaft. Houd er
rekening mee dat wanneer deze functie uit staat,
de DRC-functie, die u in staat stelt bij lage volumes
van surround te genieten, op uit gezet is als Dolby
Digital Plus/Dolby TrueHD afgespeeld wordt.
"On": Als deze functie gebruikt wordt
"Off": Als deze functie niet gebruikt wordt
Stel het volume in vanaf het luistervolume wanneer
dempen is ingeschakeld. Selecteer een waarde uit
"-∞dB", "-40dB" en "-20dB".
Stel de maximale waarde in om te voorkomen dat
het volume te luid wordt. Selecteer een waarde uit
"Off", "-32 dB" tot "+17 dB".
Stelt het volumeniveau in voor wanneer het
toestel wordt aan gezet. Selecteer een waarde uit
"Last" (volumeniveau voordat de stand-by-modus
binnengegaan wordt), "-∞ dB" en "-81.5 dB" tot
"+18.0 dB".
• U kunt geen hogere waarde instellen dan die van
"Volume Limit".
Pas het uitgangsniveau van de koptelefoon aan.
Selecteer een waarde tussen "-12.0 dB" en
"+12.0 dB".
Inhoud
Aansluitingen
≫
Source
Input Volume Absorber
Pas het volumeniveau aan wanneer er verschillen zijn in het volumeniveau
tussen meerdere apparaten die op dit toestel zijn aangesloten. Selecteer de
ingangskeuzeschakelaar om deze instelling uit te voeren.
Instellingsitem
Standaardwaarde Instellingsinformatie
Input Volume
0.0 dB
Absorber
Name Edit
Stel een eenvoudige naam in voor elke ingang. De ingestelde naam verschijnt op
het display van het hoofdtoestel. Selecteer de ingangskeuzeschakelaar om deze
instelling uit te voeren.
Instellingsitem
Standaardwaarde Instellingsinformatie
Name Edit
Input name
89
Voorpaneel≫ Achterpaneel≫ Afstandsbediening≫
Afspelen
Setup
≫
≫
Selecteer een waarde tussen "-12.0 dB" en
"+12.0 dB". Stel een negatieve waarde in als het
volume van het doelapparaat groter is dan de
andere en een positieve waarde als die kleiner is.
Start het afspelen van het verbonden apparaat om
de audio te controleren.
• Deze functie werkt niet in Zone 2.
1. Selecteer een teken of symbool met de
cursorknoppen en druk op ENTER.
Herhaal deze handeling om maximaal 10 tekens
in te voeren.
"A/a": Wisselt tussen hoofdletters en kleine
letters. (Door op de afstandsbediening op MODE
te drukken, wordt ook tussen hoofdletters en
kleine letters geschakeld)
"←" "→": Verplaatst de cursor in de richting van de pijl.
"
": Verwijdert een teken aan de linkerkant van de cursor.
" ": Voert een spatie in.
• Door op de afstandsbediening op CLEAR
te drukken, zullen alle ingevoerde karakters
verwijderd worden.
2. Selecteer na het invoeren "OK" met de
cursorknoppen en druk op ENTER.
De ingevoerde naam wordt opgeslagen.
≫