brandstof.
Verwijder de dop van de brandstoftank nooit en voeg geen benzine toe als de motor draait of heet is.
Als er benzine is gemorst, probeer de motor dan niet te starten, maar verplaats de grasmaaier uit de buurt
van de plek waar de benzine is gemorst en voorkom het creëren van een ontstekingsbron tot de
benzinedampen volledig zijn vervlogen.
Draai de doppen van de brandstoftank en -containers altijd weer goed vast.
Verwijder alle brandstof uit de tank voordat u de grasmaaier kantelt om onderhoud te plegen aan het mes of
olie weg te laten lopen.
WAARSCHUWING: vul de brandstoftank nooit binnenshuis, terwijl de motor draait of voordat de motor
minimaal 15 minuten de tijd heeft gehad om af te koelen na gebruik.
7.2 DE MOTOR EN HET MES STARTEN
7.2.1 HANDMATIG STARTEN
1. Bij deze grasmaaier zit het uiteinde van de bougie een rubberen mof. Zorg ervoor dat de metalen
huls aan het uiteinde van de bougiekabel (binnenin de rubberen mof) goed vastzit op de metalen
elektrode van de bougie.
2. Voordat de motor wordt gestart, moet de brandstofschakelaar in de stand "
(Fig.10A )(alleen voor DYM1678D-3)
3. Als de motor koud wordt gestart, zet de gas-choke-hendel dan in de stand "
Draai de gas-choke-hendel naar de stand "
4. Ga achter het apparaat staan, pak de remhendel vast en houd deze tegen de bovenste handgreep
aangedrukt zoals getoond in Fig.10C.
5. Pak de starthendel vast zoals getoond in Fig.10C en trek deze snel omhoog. Laat de hendel na het
starten langzaam terugkeren naar de koordgeleider.
6. Na elke maaibeurt moet de brandstofvergrendeling in de stand"
voor DYM1678D-3).
Fig.10A
(Voor DYM1676CD-3/DYM1678D-3/DYM162002)
"als de motor warm wordt gestart of tijdens gebruik. (Fig.10B)
Fig.10B
15
" worden gezet.
". (Fig.10B)
" worden gezet. (Fig.10D)(alleen