NL
Rev.1 09/09/2021
Pag.38
Schema 3 (sonde SWW-tank + sonde buffer)
Schema 3 wordt gebruikt in een systeem waarin zowel een buffer voor het water van het verwarmingssysteem, als een tank voor
sanitair warm water (SWW) aanwezig is. De werkingslogica is eender als die van schema 1. Ook in dit type circuit wordt het beheer
van de watertemperatuur van de SWW-tank beheerd door de toestel, terwijl het beheer van de omgevingstemperatuur aan een
regelcentrale (niet geleverd) wordt toevertrouwd die de buffer en eventuele zonekleppen beheert. De temperatuur van de buffer wordt
beheerd door de toestel dankzij een sonde.
LEGENDA
Stufa a Pellet
1- Pellet kachel / ketel
2- Collectoren verwarming verdeling
3- Radiateurs
4- Thermometer
5- Manometer
6- Anticondensklep
Het hier afgedrukte schema is indicatief en vermeldt mogelijk niet alle noodzakelijke onderdelen voor de correcte werking van het
systeem. Wend u zich tot een bevoegd installateur voor het ontwerp van het hydraulisch systeem.
Kenmerken systeemwater
De chemisch-fysische kenmerken van het systeem- en suppletiewater zijn belangrijk voor de correcte werking en de levensduur
van de toestel; want door water van slechte kwaliteit te gebruiken zijn het meest voorkomende probleem de kalkafzettingen die voor
afname van de warmtewisseling zorgen en corrosieverschijnselen veroorzaken. Verifieer hiervoor de kwaliteit en de hardheid van het
water bij uw waterleverancier.
Aanbevolen wordt om ter hoogte van de systeeminvoer een wateronthardingsapparaat (antikalkfilter) te installeren. Een dergelijke
aanpassing wordt onmisbaar onder de hieronder genoemde voorwaarden:
•
gemiddelde en hoge hardheid van het water (>15 °f);
•
aanzienlijke hoeveelheden suppletiewater of opeenvolgende bijvullingen;
⚠
•
systemen van een zekere complexheid en afmeting.
Nationale en plaatselijke wetten kunnen het gebruik van wateronthardingssystemen opleggen. De verantwoordelijke
installateur van het hydraulisch systeem moet verifiëren wat de geldende wetgeving daarover bepaalt.
Systeem vullen met water
Na het voltooien van de hydraulische aansluitingen kan het toestel en het bijbehorende systeem worden gevuld.
Om het naar buiten stromen van de lucht te vergemakkelijken, draait u de dop van de automatische ontluchtingsklep (Jolly-klep) van
de toestel los en opent u de in het systeem aanwezige ontluchtingskleppen. Voer de ontluchting ook na de eerste werkingsuren uit
en, indien nodig, ook periodiek (bijvoorbeeld in geval van geluiden en geborrel).
De laaddruk van het KOUDE systeem is 1 bar (100 kPa). Teneinde de correcte werking van de toestel te garanderen, moet de druk
van het WARME systeem circa 1,5 bar (150 kPa) bedragen.
Wanneer tijdens de werking de druk van het systeem daalt naar waarden onder het bovengenoemde minimum , moet de gebruiker
de druk naar de beginwaarde brengen, door op het vulkraantje te handelen.
Het is ook mogelijk om het systeem te vullen en op de juiste druk te houden door middel van een speciale automatische vuleenheid.
Controleer periodiek de druk van het systeemwater, gebruik hiervoor de speciale functie op het display.
Handleiding voor gebruik en onderhoud HR EVO Smart
7- Terugslagklep
8- Live-verdeeleenheid
9- Thermostatische verdeeleenheid
10- Stralingspaneel (vloerverwarming)
11- Afsluitkleppen
12- Omgevingsthermostaat
13- Expansievat
14- Zonnepompeenheid
15- Zonnecollector
16- Thermostatische mengklep
17- Boosterpomp
18- Opslagbuffer
19- Gemotoriseerde driewegklep met veerretour
20- Gasketel
21- Vermogensscheidingseenheid
22- Gemotoriseerde driewegklep
23- Opslagboiler
24- Debietschakelaar