2. Er worden geen diensten ontdekt op een ongepaard apparaat:
Het apparaat is misschien niet ingeschakeld of buiten bereik.
Herstart de computer na het installeren van de software.
Controleer of het andere apparaat ingeschakeld is.
Controleer of het andere apparaat in de modus staat om verbinding te
maken (paneel "Bluetooth-configuratie" > tab "Toegankelijkheid").
Gebruik de zoekfunctie om vast te stellen of het apparaat binnen bereik
is.
3
. Externe toegang start niet:
De externe toegang start pas als er een goed geconfigureerde
modem op de server is aangesloten.
Controleer of de modem gebruikt kan worden op de computer waarop hij
is aangesloten.
Open het paneel "Bluetooth-configuratie", tab "Locale Services", en
dubbelklik op de dienst "Externe Toegang".
Klik op het pijltje omlaag in het veld "Modem" en selecteer de modem die
gebruikt wordt voor de verbinding.
Klik op "OK".
Klik nogmaals op "OK" om het paneel "Bluetooth-configuratie" te sluiten.
4. Hoe bepaal ik het Bluetooth apparaatadres (BDA) van mijn
hardware-apparaat?
Open het paneel "Bluetooth-configuratie", tab "Hardware", sectie
"Apparaten" en selecteer het apparaat waarvan u het adres wilt
weten. In de sectie "Eigenschappen van Apparaten" is de vierde
regel, "Apparaatadres", het BDA van het geselecteerde
Bluetooth-apparaat.
5. Hoe bepaal ik het versienummer van de Bluetooth-
specificatie waaraan de host controller interface (HCI) voldoet?
Open het paneel "Bluetooth-configuratie", tab "Hardware", sectie
"Eigenschappen van Apparaten". De vijfde regel geeft de
compliantiegegevens van de host controller interface.
De zesde regel bevat het revisienummer van de specificatie van
de host controller interface, indien van toepassing.
NL