3.2 Inhalatie voorbereiden
WAARSCHUWING
Omdat de inhalatiekamer van de VORTEX niet volledig is
gesloten, kunnen er kleine deeltjes in komen die bij het in-
haleren kunnen worden ingeademd (verstikkingsgevaar).
Ga daarom vóór elk gebruik na of zich geen vreemde voor-
werpen in de VORTEX bevinden.
VOORZICHTIG
Controleer vóór elk gebruik alle onderdelen van het product
en het toebehoren. Vervang gebroken, vervormde of sterk
verkleurde onderdelen. Neem bovendien de volgende aan-
wijzingen voor montage in acht. Beschadigde onderdelen en
een verkeerd gemonteerde inhalatiehulp kunnen de werking
van de inhalatiehulp verminderen en daarmee afbreuk doen
aan de behandeling.
VOORZICHTIG
Infectiegevaar bij wisseling van patiënten. Gebruik bij een
wisseling van patiënten een nieuwe tracheoadapter. Als de
VORTEX vóór een wisseling van patiënten niet is gesterili-
seerd, gebruik dan bovendien een nieuw mondstuk.
• Steek het mondstuk in de inha-
latiekamer.
– 231 –