De ketting spannen
De spanning van de ketting kan aangepast
worden zonder gereedschap.
Draai de handschroef (2) 1-2 omwentelingen
naar links om deze losser te maken.
Draai de SDS-knop naar rechts tot de
zaagketting correct gespannen is.
De kettingzaag moet ongeveer 3 mm van het
blad getild kunnen worden in het midden
van het blad. De ketting moet terugvallen
wanneer deze wordt losgelaten. De
zaagketting mag niet onder het blad hangen.
Controleer of de zaagketting vrij kan
bewegen door er aan de bovenkant van het
blad aan te trekken terwijl u handschoenen
draagt.
Draai de handschroef (2) weer aan.
Voor optimale snijresultaten en om
de levensduur van de zaagketting te
maximaliseren is het belangrijk dat deze juist
is gespannen.
Als u een nieuwe zaagketting hebt geplaatst,
moet u de kettingzaag 2-3 minuten laten
draaien en daarna de spanning van de
zaagketting controleren.
Kettingolie bijvullen
LET OP! De kettingzaag wordt zonder
kettingolie geleverd. De kettingzaag mag
NOOIT zonder kettingolie gebruikt worden!
Controleer voor elk gebruik of er voldoende
kettingolie in de kettingolietank zit!
Schroef de afdekking (6) van de
kettingolietank en gebruik een trechter om
150 ml nieuwe, schone kettingolie bij te
vullen. Schroef de afdekking weer vast.
Controleer regelmatig het oliepeil op de
oliemeter op de kettingolietank (12) en vul
indien nodig bij.
Controleer of de olie wordt afgevoerd door
de zaagketting als deze draait. Plaats indien
nodig papier op de grond zodat oliespetters
beter zichtbaar zijn.
bn
NL
119