Informations concernant la
locomotive réele
La Société Nationale des Chemins de fer Français
(SNCF) a acquis, avec les locomotives bicourant
à moteur synchrone de la série 26 070 («SYBIC»
SYnchrone BICourant), des locomotives d'usage
universel à la pointe de la technique moderne.
Ces locomotives sont capables de tracter aussi
bien des trains de voyageurs de 750 t (16 voitures)
à 200 km/h que des trains de marchandises de 2000 t
à 100 km/h. Elles ont une puissance de 5600 kW
et peuvent être alimentées soit en 25 kV CA, soit
en 1,5 kV CC.
L'avant anguleux de la machine, plutôt inhabituel
pour des véhicules ferroviaires, a obtenu la plus
haute distinction française pour un dessinateur,
le «Prix Janus 1988». Les avants aux lignes aéro-
dynamiques sont conçus de telle façon qu'ils peuvent
servir de zone déformable en cas de choc frantal.
Informatie van het voorbeeld
De Franse Staatsspoorwegen (SNCF) verwerven met
de lokomotieven uit de serie BB 26 070 universele
lokomotieven met de modernste techniek. Het zijn
tweestroom machines met synchrone motoren onder
de aanduiding „SYBIC" (SYnchrone BICourant).
Deze lokomotieven kunnen zowel personentreinen
van 750 t (16 rijtuigen) met 200 km/h als goederen-
treinen van 2000 t met 100 km/h trekken. Hun ver-
mogen is 5600 kW en ze kunnen met wisselstroom
van 25 kV en gelijkstroom van 1,5 kV gevoed worden.
De hoekige, voor spoorwegvoertuigen wat ongewone
opbouw heeft de hoogste Franse onderscheiding
voor design ontvangen: de „Prix Janus 1988".
De aerodynamisch gevormde fronten zijn zo gecon-
strueerd, dat ze bijn een botsing als kreukelzone
dienen.
3