Verwijderen
• Plaats de machine op een tafel met het
montagepunt (3) naar boven gericht.
• Draai de inbusschroef (7) los met behulp van
de inbussleutel (5).
• Verwijder de afstandsring (8).
• Verwijder het zaagblad (11) van het
montagepunt (3).
• Monteer de afstandsring (8).
• Draai de inbusschroef (7) vast met behulp van
de inbussleutel (5).
Monteren en verwijderen van het schraapmes
(fig. B)
Het schraapmes moet worden gebruikt voor
schraapwerkzaamheden.
Monteren
• Plaats de machine op een tafel met het
montagepunt (3) naar boven gericht.
• Draai de inbusschroef (7) los met behulp van
de inbussleutel (5).
• Verwijder de afstandsring (8).
• Monteer het schraapmes (12) op het
montagepunt (3).
• Monteer de afstandsring (8).
• Draai de inbusschroef (7) vast met behulp van
de inbussleutel (5).
Verwijderen
• Plaats de machine op een tafel met het
montagepunt (3) naar boven gericht.
• Draai de inbusschroef (7) los met behulp van
de inbussleutel (5).
• Verwijder de afstandsring (8).
• Verwijder het schraapmes (12) van het
montagepunt (3).
• Monteer de afstandsring (8).
• Draai de inbusschroef (7) vast met behulp van
de inbussleutel (5).
GEBRUIK
In- en uitschakelen (fig. A)
• Om de machine in te schakelen, schuift u de
aan/uit-schakelaar (1) naar voren.
• Om de machine in te schakelen, schuift u de
aan/uit-schakelaar (1) naar achteren.
Instellen van de snelheid (fig. A)
Het instelwiel voor het toerental wordt gebruikt
voor het instellen van de snelheid. Het instelwiel
voor het toerental kan in 6 posities worden
ingesteld. De ideale snelheid is afhankelijk van de
toepassing en van het te bewerken materiaal.
Stel de snelheid niet in tijdens gebruik.
• Draai het instelwiel voor het toerental (2) naar
de gewenste positie.
Aanwijzingen voor optimaal gebruik
• Klem het werkstuk vast. Gebruik een
kleminrichting voor kleine werkstukken.
• Teken een lijn om de richting te bepalen waarin
het accessoire moet worden geleid.
• Houd de machine stevig vast bij de handgreep.
• Schakel de machine in.
• Wacht totdat de machine volledig op snelheid is.
• Plaats het accessoire op het werkstuk.
• Beweeg de machine langs de vooraf
getekende lijn, waarbij het accessoire stevig
tegen het werkstuk wordt gedrukt.
• Oefen niet te veel druk uit op de machine. Laat
de machine het werk doen.
• Schakel de machine uit en wacht totdat de
machine volledig tot stilstand is gekomen
voordat u de machine wegzet.
REINIGING EN ONDERHOUD
Schakel voor reiniging en onderhoud
altijd de machine uit en verwijder de
netstekker uit het stopcontact.
• Reinig regelmatig de behuizing met een zachte
doek.
• Houd de ventilatieopeningen vrij van stof en
vuil. Gebruik indien nodig een zachte, vochtige
doek om stof en vuil uit de ventilatieopeningen
te verwijderen.
Vervangen van de accessoires (fig. B)
Versleten of beschadigde accessoires moeten
onmiddellijk worden vervangen.
Gebruik uitsluitend scherpe en
onbeschadigde accessoires.
17