5. Het product opslaan en hanteren
5.1 Het product hanteren
Gebruik de voedingskabel niet om het pro-
duct op te hijsen. Hijs het product op aan
een touw.
Gooi niet met het product en laat het niet
vallen.
5.2 Het product opslaan
Sla het product binnen op in een droge en stofvrije
omgeving. Bescherm het product tegen trillingen.
Opslagtemperatuur: -10 tot +40 °C.
5.3 Bescherming tegen vorst
Als de pomp niet wordt gebruikt tijdens perioden van
vorst, maakt u de pomp en het leidingstelsel leeg
voordat u de pomp uit gebruik neemt.
6. Productintroductie
6.1 Productbeschrijving
De pompen zijn booster dompelpompen voor het
verpompen van schoon water. De pompen zijn met
name geschikt voor regenwatertoepassingen en
kleine privéputten.
De pompen zijn in twee hoofduitvoeringen verkrijg-
baar:
•
met ingebouwde zeef met 1 mm maas
•
met inlaat aan de zijkant met een flexibele zuig-
slang met zwevende zuigzeef met 1 mm maas.
Beide uitvoeringen zijn beschikbaar met of zonder
vlotterschakelaar. De vlotterschakelaar kan worden
gebruikt voor automatisch bedrijf of droogloopbevei-
liging van de pomp.
SB pompen moeten worden verbonden met een
externe regelaar. Wij adviseren een Grundfos Pres-
sure Manager: net.grundfos.com/qr/i/97506325
De SBA pomp is een complete booster dompelpomp.
De pomp heeft een ingebouwde regeleenheid, waar-
door geen regelaar nodig is.
De pomp beschikt over ingebouwde bescherming
tegen oververhitting.
6.2 SBA functies
De ingebouwde regeleenheid bevat droogloopbevei-
liging die de pomp automatisch uitschakelt in geval
van drooglopen.
De droogloopbeveiliging functioneert anders tijdens
ontluchten en bedrijf.
6.2.1 Drooglopen tijdens ontluchten
Als de regeleenheid geen druk en geen debiet ont-
dekt binnen 5 minuten nadat het is aangesloten op
de voedingsspanning en de pomp is ingeschakeld,
wordt de droogloopfunctie geactiveerd en wordt de
pomp uitgeschakeld.
6.2.2 Drooglopen tijdens bedrijf
Als de regeleenheid tijdens normaal bedrijf niet bin-
nen 40 seconden druk en debiet detecteert, wordt de
droogloopfunctie geactiveerd en wordten de pompen
uitgeschakeld.
6.2.3 Het droogloopalarm resetten
Als een droogloopalarm is geactiveerd, kunt u de
pomp handmatig opnieuw inschakelen door de voe-
dingsspanning uit te schakelen, 2 minuten te wach-
ten en de stroom vervolgens opnieuw in te schake-
len. Als de regeleenheid niet binnen 40 seconden na
een herstart druk en debiet detecteert, wordt het
droogloopalarm opnieuw geactiveerd.
6.3 Te verpompen vloeistoffen
Leidingwater en regenwater.
Dunne, schone, niet-agressieve en niet-explosieve
vloeistoffen, die geen vaste delen of vezels bevatten
die de pomp mechanisch of chemisch kunnen aan-
tasten.
145