PROBLEEMOPLOSSEN
Probleem
Motor wil niet
starten. (Plaats de
ontstekingsschakelaar in
de stand "on" (AAN).
Motor start, maar het
toerental kan niet goed
worden opgevoerd.
Motor start maar loopt niet
goed op hoge snelheid.
Motor haalt maximum
toerental niet en/of
ontwikkelt zeer veel rook.
Motor start, loopt en
versnelt, maar loopt niet
stationair.
Motor start en draait
langzaam, maar ketting
draait niet.
Zaagblad en ketting worden
heet en roken.
Mogelijke oorzaak
Geen vonken.
Verzopen motor.
Carburateur heeft een "L"-
aanpassing (lage sproeier) nodig.
Carburateur heeft een "H"-
aanpassing (hoge sproeier)
nodig.
Controleer het
oliebrandstofmengsel.
Luchtfi lter vuil.
Vonkenvangerscherm vuil.
Carburateur heeft een "H"-
aanpassing (hoge sproeier)
nodig.
Carburateur moet worden
aangepast.
Kettingolietank leeg.
Controleer of de kettingspanning
niet te hoog is.
Controleer de werking van het
smeersysteem.
Kettingrem ingeschakeld.
Kettingspanning te hoog.
Controleer zaagblad en ketting
op schade.
Oplossing
De bougie kan gebarsten of beschadigd zijn.
Vervang de oude bougie door een nieuwe
en probeer opnieuw te starten. Als de motor
niet start, brengt u het product terug naar een
serviceverdeler voor verdere controle.
Terwijl de contactschakelaar uitgeschakeld is,
verwijdert u de bougie. Zet de chokehendel in de
draaistand (helemaal ingedrukt) en trek maximaal
20 keer aan startkoord 15. Hierdoor wordt
overtollige brandstof uit de motor verwijderd.
Reinig de bougie en plaats deze terug.
Draai de ontstekingsschakelaar in de AAN-stand.
Knijp de brandstofbalg 10 maal in. Trek drie keer
aan het startkoord met de chokehendel helemaal
ingedrukt. Als de motor niet start, zet u de
chokehendel in de stand 'volle choke' en herhaalt
u de normale startprocedure. Als de motor nog
steeds niet start, herhaalt u de procedure met een
nieuwe bougie.
Neem contact op met een onderhoudsdealer voor
het afstellen van de carburateur.
Neem contact op met een onderhoudsdealer voor
het afstellen van de carburateur.
Gebruik verse brandstof en de juiste
tweetaktoliemengselverhouding.
Reinig de luchtfi lter.
Ga naar een geautoriseerd onderhoudscentrum
terug voor reparatie of vervanging.
Neem contact op met een onderhoudsdealer voor
het afstellen van de carburateur.
Neem contact op met een onderhoudsdealer voor
het afstellen van de carburateur.
Olietank moet altijd worden bijgevuld wanneer de
brandstoftank wordt bijgevuld.
Span de ketting aan.
Laat de motor gedurende 30 tot 45 seconden
op half vermogen draaien. Stop de zaag en
controleer of er olie op het zaagblad is gekomen.
Als er wel olie aanwezig is, kan het zijn dat de
ketting bot is of het zaagblad beschadigd is. Als
er geen smeerolie op de geleider komt, neem dan
contact op met een bevoegd onderhoudscentrum.
Ontgrendel de kettingrem.
Span de ketting aan.
Controleer het zaagblad en de ketting op schade.
EN
FR
DE
ES
IT
NL
PT
DA
SV
FI
NO
RU
PL
CS
HU
RO
LV
LT
ET
HR
SL
SK
BG
UK
TR
Nederlands |
77