Het werkingsgeluid neemt toe wanneer de koelkast werkt.
•
De werkingskenmerken van de koelkast kunnen veranderen als gevolg van wijzigingen in
de omgevingstemperatuur. Dit is normaal en geen defect.
Vibratie of geluid.
•
De vloer is niet gelijk of is zwak. De koelkast kantelt een beetje wanneer langzaam wordt
bewogen. Zorg dat de vloer gelijk en stevig is en de koelkast kan dragen.
•
Het geluid kan worden veroorzaakt door voorwerpen die op de koelkast zijn geplaatst.
Dergelijke voorwerpen moeten van de bovenkant van de koelkast verwijderd worden.
Een geluid van morsende of sprayende vloeistof.
•
Vloeistof- en gasstromen vinden plaats conform de werkingsprincipes van uw koelkast.
Dit is normaal en geen defect.
Een geluid van wind die blaast.
•
Er worden luchtactivators (ventilatoren) gebruikt om de koelkast efficiënt af te koelen. Dit is
normaal en geen defect.
Condens op de binnenwanden van de koelkast.
•
Met warm en vochtig weer neemt ijs- en condensvorming toe. Dit is normaal en geen
defect.
•
De deuren staan op een kier. Controleer of de deuren volledig gesloten zijn.
•
Deuren kunnen regelmatig geopend zijn of gedurende enige tijd open hebben gestaan.
Open de deur minder vaak.
Vocht aan de buitenkant van de koelkast of tussen de deuren.
•
Het weer kan vochtig zijn. Dit is normaal bij vochtig weer. Wanneer de vochtigheid minder
wordt, zal de condens verdwijnen.
Slechte geur binnenin de koelkast.
•
De binnenkant van de koelkast moet gereinigd worden. Maak de binnenkant van de
koelkast schoon met een spons met warm of sodawater.
•
Sommige bakjes of verpakkingsmaterialen kunnen de geur veroorzaken. Gebruik een
ander bakje of ander soort verpakkingsmateriaal.
De deur(en) blijft (blijven) niet gesloten.
•
Het kan zijn dat voedselpakketjes veroorzaken dat de deur niet sluit. Verplaats de
pakketjes die de deur belemmeren.
•
De koelkast staat niet volledig waterpas op de vloer en wiebelt wanneer deze bewogen
wordt. Stel de hoogteschroeven anders in.
•
De vloer is niet gelijk of stevig. Zorg dat de vloer vlak is en de koelkast kan dragen.
Groenteladen zitten vast.
•
De levensmiddelen kunnen de bovenzijde van de lade raken. Herschik de levensmiddelen
in de lade.
16
NL