Inbedrijfname - Wilo -MultiVert-MVI 1-6 Serie Instrucciones De Instalación Y Funcionamiento

Ocultar thumbs Ver también para Wilo-MultiVert-MVI 1-6 Serie:
Tabla de contenido

Publicidad

Y-∆-activering: Wanneer de motorbeveiligingss-
chakelaar in de toevoer naar de Y-∆-beveili-
gingscombinatie
is
schakelaar afgesteld zoals bij de rechtstreekse ac-
tivering. Is de motorbeveiligingsschakelaar even-
wel in een spoor van de motortoevoer (U1/V1/W1
of U2/V2/W2) ondergebracht, dan dient deze te
worden afgesteld op de waarde 0,58 x nominale
stroom motor.
• De stroomtoevoerkabel kan naar keuze langs de
linker- of rechterzijde in de klemmenkast worden
geleid. Maak de overeenstemmende opening vrij
door het voorgestanste deksel te verwijderen,
breng de PG-schroefverbinding tot stand en trek
de aansluitkabel door de PG-schroefverbinding.
• De aansluitleiding moet beschermd worden
tegen de temperatuurinvloeden en trillingen die
door de motor of de pomp kunnen worden
veroorzaakt.
• Bij toepassing van de pomp in installaties waarbij
de temperatuur van het te verpompen medium
hoger ligt dan 90 °C, dient een hittebestendige
aansluitkabel te worden gebruikt.
• De aansluiting op het net dient conform de klem-
menaansluitschema's voor draai- of wisselstroom
in de klemmenkast van de pomp te geschieden
(figuur 4).
• Door de motor telkens over een hoek van 90° te
draaien, kan de klemmenkast in een eventueel
gunstigere stand worden gebracht. Verwijder
hiertoe de koppelingsbeveiliging (figuur 1, nr. 2)
en draai de verbindingsschroeven (figuur 1, nr. 1)
van de kap en de motorflens los. Vergeet bij
het monteren van de koppelingsbeveiliging de
veiligheidsschroef niet opnieuw vast te draaien.
5.3 Werking met een frequentieomvormer
Het toerental van de pomp kan worden geregeld
door deze uit te rusten met een frequen-
tieomvormer. Grenswaarden voor de toerental-
regeling: 40%n
≤ n ≤ 100%n
nom
Raadpleeg de montage- en bedieningsvoor-
schriften voor de aansluiting en de werking van de
frequentieomvormer.
Om te voorkomen dat de motorwikkeling overbelast
of beschadigd wordt en er gehuidshinder zou
ontstaan, mogen er zich ter hoogte van de frequen-
tieomvormer geen spanningstoenamesnelheden
van meer dan 2500 V/µs en spanningspieken
û > 850 V voordoen. Wanneer een dergelijke
toenamesnelheid van de spanning niet kan worden
uitgesloten, moet tussen de frequentieomvormer
en de motor een LC-filter (motorfilter) worden
ingebouwd. De filter dient door de fabrikant van de
frequentieomvormer/filter te worden gemonteerd.
De regeltoestellen met frequentieomvormer die
door Wilo worden geleverd, zijn reeds voorzien van
een filter.
WILO SE 11/2010
geschakeld,
wordt
de
.
nom

6. Inbedrijfname

Ter bescherming van de glijdichtring
OPGELET!
mag de pomp niet drooglopen.
• Sluit beide afsluitkleppen en draai de ontlucht-
ingsschroef (figuur 2, nr. 5) 1,5 tot 2 slagen open.
• Draai het afsluitventiel (figuur 2, nr. 2) aan de
toevoerzijde langzaam open tot de lucht uit de
ontluchtingsschroef is verwijderd en er te
verpompen medium naar buiten stroomt. Het
ontsnappen van de lucht is duidelijk merkbaar aan
het sissende geluid. Sluit de ontluchtingsschroef.
• Draai het afsluitventiel aan de drukzijde (figuur 2,
nr. 3) langzaam open. Ga na of de manometer aan
de drukzijde eventueel een ongelijkmatige druk
aanwijst. Dit kunt u afleiden uit het op en neer
bewegen van de manometerwijzer. Bij ongelijk-
matige druk moet de installatie opnieuw worden
ontlucht.
Wanneer de temperatuur van het te verpompen
medium en de systeemdruk hoog oplopen, bestaat
er gevaar voor verbranding en verwondingen. Ga
bij het opendraaien van de ontluchtingsschroef
dan ook uiterst omzichtig te werk.
• Om bij drinkwatertoepassing van de pomp te
voorkomen dat verontreinigd water in de
drinkwaterleiding terechtkomt, dient het sys-
teem bij de eerste ingebruikname te worden
gespoeld.
• Controle van de draairichting bij draaistroommo-
toren: ga door het kortstondig aanschakelen van
de installatie na of de draairichting van de pomp
overeenstemt met de richting die wordt
aangegeven door de pijl op het pomphuis.
Verwissel de beide fasen in de netleiding als de
draairichting verkeerd is.
Bij pompen met een ster/driehoek-aanzet
moeten de aansluitingen van de beide wikkelingen
worden omgewisseld, b.v. U1 vervangen door
V1 en U2 door V2.
Bij wisselstroommotoren is een controle van de
draairichting niet vereist.
• De stoom die ontstaat wanneer de temperatuur
van het te verpompen medium te hoog oploopt,
kan schade aan de pomp veroorzaken. De pomp
bij het verpompen van koud water niet langer dan
10 min, en bij het verpompen van een medium
met
> 60 °C niet langer dan 5 min. bij gesloten
ϑ
schuifafsluiter draaien.
Om te voorkomen dat er zich stoom in de pomp
zou opstapelen, is het raadzaam dat het debiet
niet onder 10% van de nominale debietwaarde
daalt.
• Wanneer er zich in de pomp stoom heeft
opgestapeld, moet de pomp worden
ontlucht. Draai hiertoe heel behoedzaam de
ontluchtingsschroef open.
De pomp en de motor kunnen bedrijfstempera-
turen van
> 100 °C. bereiken. Wees daarom heel
ϑ
voorzichtig bij het aanraken van de pomp.
Nederlands
7

Publicidad

Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido