Montage van de compacte warmtemeter
Legenda bij
Nummer
Betekenis
1
Aanvoer
2, 5
Weerstandthermometer
3, 4
Afsluiter
6
Filter
7
Retour
!
De warmtemeter alleen op de locatie monteren waar hij voor ontworpen is
– meters voor horizontale inbouw in horizontale leidingen, stijgleidingmeters
in stijgleidingen (stroomrichting naar boven), valleidingmeters in valleidingen
(stroomrichting naar onder).
In een pand uniform monteren! De display moet altijd toegankelijk zijn en zonder
hulpmiddelen kunnen worden afgelezen.
!
IJkzegels van de warmtemeter mogen niet worden beschadigd of verwijderd.
Anders vervallen de garantie en de ijkingsgeldigheid van het apparaat.
1
Leiding grondig spoelen – daarbij het passtuk gebruiken.
2
Afsluiters in de aanvoer en retour sluiten.
3
Passtuk demonteren.
4
Warmtemeter inbouwen – daarbij absoluut de meegeleverde nieuwe dichtingen
gebruiken.
5
Het rekenwerk in een goed afleesbare positie draaien.
Montage van de temperatuursensor
!
De temperatuursensoren mogen enkel worden ingebouwd op de manier waarop
ze worden geleverd. De kabels mogen niet worden ingekort of verlengd.
!
De temperatuursensoren kunnen in speciale kogelkranen of voor dit sensortype
toegelaten dompelbuizen worden gemonteerd. – Nationale richtlijnen in acht
nemen.
!
De aanvoer- en de retoursensor moeten altijd uitgebouwd kunnen worden. –
Gelieve daar op te letten (bijv. bij het isoleren van de leidingen).
28
1
2