3-2. Ophangen van de binnenunit
Afhankelijk van het type plafond:
•
Breng ophangingsbouten in (Afb. 3-3)
of
•
Gebruik bestaande plafondsteunen of maak een geschikte
ondersteuning (Afb. 3-4).
Anker met schroefgat
Plug met schroefgat
Ophangingsbout (M10 of 3/8")
(ter plaatse aan te schaffen)
WAARSCHUWING
Het is belangrijk dat u uiterst voorzichtig bent bij het
ophangen en ondersteunden van de binnenunit in het plafond.
Zorg ervoor dat het plafond sterk genoeg is om het gewicht
van de unit te kunnen dragen. Voor u de unit ophangt, moet u
de sterkte van elke gebruikte ophangingsbout testen.
(1) Wanneer u de unit in het plafond gaat plaatsen, moet u de
afstand tussen de ophangingsbouten bepalen aan de hand van
de afmetingen op Afb. 3-1 en in Tabel 3-2.
De leidingen moeten binnen het plafond worden gelegd en
aangesloten wanneer de unit wordt opgehangen. Als het
plafond al aanwezig is, moet u de leidingen op hun plaats
brengen zodat ze gemakkelijk aangesloten kunnen worden
voor u de unit in het plafond plaatst.
(2) Schroef de ophangingsbouten in en laat ze ver genoeg uit het
plafond steken (Afb. 3-3). (Maak indien nodig een uitsnede uit
het plafondmateriaal.)
(3) Draai de 3 zeskantige moeren en 2 tussenringen (ter plaatse
aan te schaffen) op elk van de 4 ophangingsbouten (Afb. 3-5
en 3-6). Gebruik 1 moer en 1 tussenring voor het bovenste
deel en 2 moeren en 1 tussenring voor het onderste deel,
zodat de unit niet van de ophangingsbouten kan vallen.
Moeren en tussenringen
(gebruik voor boven en
onder)
Dubbele
moeren
Beton
Verzonken bevestiging
Afb.3-3
Plafondtegels
Plafondsteun
Afb.3-4
Ophangingsbout
Bevestigingspunt
ophanging
Uitsparing
Afb.3-5
Ophangingsbout
Zeskantige moer
Dubbele moeren
O
Hier wordt een installatievoorbeeld getoond.
Luchtuitlaatkanaal
Grille van de luchtuitlaat
131
Boutanker
Ophangingsbout
Binnenunit
Plafondmateriaal
Afb.3-6
Afb.3-7