23. Schroef het onderdeel B03 definitief aan (afb. 11).
24. V erwarm de handregel A02 totdat hij flexibel wordt:
1) leg de handregel op het deksel van de houten doos,
2) verwarm de handregel circa 5 minuten onophoudelijk met draaiende bewegingen - zorg ervoor dat de vlam niet
in direct contact komt met de handregel,
3) draai de handregel ondersteboven en herhaal de handeling (afb. 13). We raden u aan voor deze handeling
stoffen handschoenen te gebruiken ter bescherming van uw handen.
25. V oordat de handregel A02 afkoelt moet u hem op de tussenbalusters CB6 plaatsen. Begin aan de bovenzijde
van de trap (afb. 14).
26. M aak een gat met een punt van Ø 5 mm in de handregel A02, ter hoogte van de gaten op het eindstuk B53 van
de baluster CB6. Bevestig de handregel A02 aan de onderdelen B54 en B55 (afb. 14).
27. S nijd, ter hoogte van de eerste tussenbaluster CB6 van de trap, het overtollige deel van de handregel A02 af.
28. Voltooi de handregel A02 door de onderdelen A03 te bevestigen met de lijm X01 (afb. 1).
29. V erbind het eindstuk van de trapleuning aan het deel van de balusterleuning van het trapbordes E04 m.b.v. het
speciale verbindingsstuk dat is ontstaan uit de elementen A20, A03, C92 en B08 (afb. 15).
30. V erbind het ontstane verbindingsstuk aan de handregel A02 met de schroeven C87, nadat u onder de handregel
gaten heeft geboord met de punt Ø 2,5 mm (afb. 15).
31. S teek de kabels van roestvrij staal F30 in de onderdelen C69 op de tussenbalusters CB6 (afb. 16). Bevestig de
kabels op een van de twee uiteinden m.b.v. de onderdelen D37 en C76. Laat vanaf het onderdeel D37 de kabel
5 mm uitsteken (afb. 17). Strek de kabels met uw handen naar het tegenovergelegen uiteinde uit en bevestig
met de onderdelen D37 en C76. Knip de kabels af op een afstand van 5 mm vanaf het onderdeel D37. Schroef
de onderdelen D36 vast, ter bescherming van de kabels (afb. 16-17).
Let op: vóór het knippen van de kabels raden we u aan het betreffende gedeelte te wikkelen in plakband, om te
voorkomen dat de kabels gaan rafelen. Gebruik een geschikte schaar.
32. B eëindig de assemblage van de trapleuning door de onderdelen B82 in de onderkant van de tussenbalusters
CB6 te steken (afb. 1).
Assemblage van de balusterleuning
33. O m de tussenbalusters CB7 van de balusterleuning te bevestigen boort u met een punt van Ø 5 mm 4 gaten die
even ver van elkaar liggen op het trapbordes E04. Behoud een afstand van circa 50 mm vanaf de rand en een
afstand van 25 mm vanaf het eerste gat en het onderdeel B05 (afb. 18). Plaats de onderdelen F01 met behulp
van de onderdelen C89 en B02 op het trapbordes E04 (afb. 20).
34. Schroef de tussenbaluster C04 op het onderdeel G01 dat uitsteekt vanaf het trapbordes E04 (afb. 20).
35. P laats de tussenbalusters CB7 (h. 935) in de onderdelen F01 terwijl de onderdelen C69 naar buiten toe staan
gericht. Schroef de onderdelen B02 aan (afb. 20).
36. Steek het onderdeel B01 in de tussenbaluster C04 en bevestig het m.b.v. het onderdeel B02 (afb. 20).
37. M aak een gat met een punt van Ø 5 mm in de handregel A18, ter hoogte van de gaten op het eindstuk B53 van
de tussenbalusters CB7 en het onderdeel B01. Bevestig de handregel A18 aan de onderdelen B54 en B55 (afb. 20).
38. N aar gelang de positie of het bestaan van wanden rondom het trapgat zou het noodzakelijk kunnen zijn één of
meer tussenbalusters CB7 extra te plaatsen. In dit geval is het noodzakelijk een ruimte te voorzien die even ver
af staat van de tussenbalusters als van de wand. Voor de bevestiging raden wij u aan een gat te boren in het
trapbordes met een punt van Ø 10 mm en de onderdelen F01, C84, B27, B23 en C31 te gebruiken (afb. 19).
39. Voltooi de handregel A18 door de onderdelen A03 te bevestigen met de lijm X01 (afb. 20).
40. S teek de kabels van staal F30 in de onderdelen C69 op de tussenbalusters CB7. Bevestig de kabels op een van
de twee uiteinden m.b.v. de onderdelen D37 en C76. Laat vanaf het onderdeel D37 de kabel 5 mm uitsteken
(afb. 20). Strek de kabels met uw handen naar het tegenovergelegen uiteinde uit en bevestig met de onderdelen
D37 en C76. Knip de kabels af op een afstand van 5 mm vanaf het onderdeel D37. Schroef de onderdelen D36
vast, ter bescherming van de kabels (afb. 20).
Let op: vóór het knippen van de kabels raden we u aan het betreffende gedeelte te wikkelen in plakband, om te
voorkomen dat de kabels gaan rafelen. Gebruik een geschikte schaar.
Uiteindelijke assemblage
41. O m de trap in de middengedeelte verder te verstevigen bevestigt u de onderdelen F09 aan de wand en verbind u
ze met de tussenbalusters CB6, m.b.v. de onderedelen F08. Boor een gat met een punt van Ø 8 mm en gebruik
de onderdelen B85, B86, C90, B12 (afb. 21).
17 - NICE LINE