Symptoom 4.2: Binnenunit, buitenunit
Een constant laag sissend geluid is hoorbaar als het systeem
I
koelt of ontdooit.
Dit is het geluid van het koelgas dat door zowel de binnen- als
buitenunits stroomt.
Een sissend geluid is hoorbaar bij het starten of meteen na het
I
stoppen van de werking of ontdooiing.
Dit wordt veroorzaakt door het stoppen of wijzigen van de koel-
middelstroom.
Symptoom 4.3: Buitenunit
De toon van het werkingsgeluid verandert.
I
Dit geluid wordt veroorzaakt door de frequentiewijziging.
Symptoom 5: De units geven een geur af
De unit kan geuren opnemen van kamers, meubilair, sigaretten,
I
enz. en die dan weer afgeven.
Symptoom 6: Op het scherm verschijnt
Dit kan voorkomen meteen nadat de hoofdvoeding is
I
ingeschakeld en betekent dat de afstandsbediening in normale
positie staat. Dit houdt een minuut aan.
Symptoom 7: De compressor in de buitenunit stopt niet na een korte
verwarmingscyclus
Dit voorkomt dat er olie en koelmiddel in de compressor blijft.
I
De unit zal na 5 tot 10 minuten stilvallen.
Symptoom 8: De binnenkant van de buitenunit is warm, zelfs als de unit is
stilgevallen
De carterverwarming verwarmt de compressor zodat de
I
compressor vlot kan starten.
S
TORINGSOPSPORING
Als er een van de volgende storingen optreedt, neem dan de
onderstaande maatregelen en raadpleeg uw verdeler van Panasonic-
producten.
Het
systeem
moet
worden
servicetechnicus.
I
Als een beveiliging zoals een zekering, onderbreker of aard-
lekschakelaar geregeld in werking treedt, of als de AAN/UIT
schakelaar niet naar behoren functioneert.
Maatregel: Schakel de hoofdvoeding uit.
Als er water lekt uit de unit.
I
Maatregel: Stop de werking.
I
Als het scherm
het unitnummer en de werkingslamp
knipperen en de storingscode verschijnt. (Raadpleeg figuur 12)
1
Inspectiescherm
2
Nummer van de binnenunit waar de storing zich voordoet
3
Werkingslampje
4
Storingscode
Maatregel: Raadpleeg uw verdeler van Panasonic-producten en
geef hem de storingscode door.
Als het systeem niet naar behoren functioneert en geen van de
bovenstaande storingen in aanmerking komt, volg dan de
onderstaande procedures.
Gebruiksaanwijzing
6
hersteld
door
een
bekwaam
1
Het systeem functioneert totaal niet.
I
Controleer of er zich geen spanningsuitval heeft voorgedaan.
Wacht totdat de voeding is hersteld. Als de voedingsuitval is
gebeurd tijdens de werking zal het systeem automatisch meteen
herstarten nadat de voeding is hersteld.
Controleer of er geen zekering is doorgebrand of een onder-
I
breker in werking is gesteld. Vervang indien nodig de zekering of
stel de onderbreker terug in.
2
Het systeem begint alleen te ventileren maar stopt als het in
koeling of verwarming gaat.
Controleer of de luchtinlaat of -uitlaat van de buiten- of binnen-
I
unit niet belemmerd zijn. Verwijder het obstakel en zorg voor
voldoende ventilatie.
I
Controleer of
(reinigingstijd voor het luchtfilter) verschijnt
op het scherm van de afstandsbediening. (Raadpleeg het
hoofdstuk "Onderhoud" in de handleiding van de binnenunit.)
3
Het systeem functioneert maar koelt of verwarmt onvoldoende.
Controleer of de luchtinlaat of -uitlaat van de buiten- of binnen-
I
unit niet belemmerd zijn.
Verwijder het obstakel en zorg voor voldoende ventilatie.
I
I
Controleer of het luchtfilter niet verstopt is. (Raadpleeg het
hoofdstuk "Onderhoud" in de handleiding van de binnenunit.)
Controleer de temperatuurinstelling.
I
Controleer de instelling van de ventilatorsnelheid op de
I
afstandsbediening.
I
Controleer of er geen deuren of ramen openstaan. Sluit alle
deuren en ramen om te voorkomen dat er wind binnenkomt.
Controleer of er niet te veel mensen aanwezig zijn in de kamer
I
tijdens het koelen.
Controleer of de warmtebron in de kamer niet te groot is.
I
Controleer of er geen direct zonlicht in de kamer schijnt.
I
Gebruik gordijnen of jaloezieën.
I
Controleer of de luchtuitblaashoek goed is.
CU-5~10MX1SPP
Urban Multi airconditioner
4PW12337-1