Gebruik viertakt- of een gelijkwaardige HD-olie van
goede kwaliteit. SAE 10W-30 wordt voor algemeen
gebruik bij alle temperaturen aanbevolen.
Het oliepeil controleren, afb. 6
Verwijder de motorafdekking (afb. 5)
Verwijder de olievuldop (A) en maak de meetstok
schoon.
Controleer het oliepeil door de peilstok in de vulope-
ning te steken, zonder daarbij de dop op te schroeven.
Indien het oliepeil te laag is, vult u de aanbevolen olie
tot de onderste rand van de vulopening bij.
Brandstof bijvullen
• Om het apparaat bij te tanken opent u de tankdop (2)
door deze tegen de klok in te draaien.
• Vul de tank bij met brandstof.
• Sluit de tank door de tankdop (2) met de klok mee
te draaien.
Aanbevolen brandstof
Voor deze motor is uitsluitend loodvrije Euro-benzine
met een research-octaangetal van ten minste 91 toe-
gestaan.
m Gebruik uitsluitend verse, schone brandstof.
Water of verontreinigingen in de benzine beschadigen
het brandstofsysteem.
Tankvolume:4,1 liter
m Tank in een goed geventileerde omgeving bij uit-
geschakelde motor. Als de motor direct daarvoor
in gebruik was, moet deze eerst afkoelen. Tank de
motor nooit in een gebouw, waar de benzinedam-
pen vlammen of vonken kunnen bereiken.
Benzine is zeer brandgevaarlijk en explosief. U
kunt bij het omgaan met brandstof brandwonden
of ander ernstig letsel oplopen.
• Motor uitschakelen en uit de buurt van warmte en
vonken of vuur houden.
• Uitsluitend in de buitenlucht tanken.
• Gemorste benzine direct schoonvegen.
62 | NL
9.
Ingebruikname
9.1 Motor starten
• Ventilatie op de tankdeksel op "ON" (afb. 3)
• Aan-/uitschakelaar op "RUN" (afb. 4)
In "warme" toestand
• Start de motor met de trekstarter - trek hiervoor
krachtig aan de greep. Breng de trekstarter voor-
zichtig en langzaam met de hand weer in de oor-
spronkelijke stand. Als de motor niet is gestart, nog-
maals aan de greep trekken. (afb. 1 pos. 4)
In "koude" toestand
• Aan-/uitschakelaar op "CHOKE" (afb. 4)
• Start de motor met de trekstarter; trek hiervoor
krachtig aan de greep. Breng de trekstarter voor-
zichtig en langzaam met de hand weer in de oor-
spronkelijke stand. Als de motor niet is gestart, nog-
maals aan de greep trekken. (afb. 5)
Aanwijzing:
Als de motor voor de eerste keer wordt gestart, zijn er
meerdere pogingen nodig, totdat de brandstof van de
tank naar de motor is verplaatst en deze aanspringt.
• Zet de aan/uit-schakelaar (3) nadat de motor is ge-
start (na ca. 15-30 sec) van stand "CHOKE" in stand
"RUN". (afb. 4)
9.2 Motor uitzetten
• Laat de stroomgenerator kort onbelast lopen, voor-
dat u hem uitzet, zodat het aggregaat kan "nakoelen"
• Aan-/uitschakelaar op "OFF" (afb. 4)
9.3 Verklikker laag oliepeil (11)
Het lampje gaat branden als het oliepeil te laag is en
gaat uit zodra het juiste peil is bereikt.
9.4 Verklikker overbelasting (12)
De overlastbeveiliging wordt actief bij een te hoge ver-
mogensafname en schakelt de 230 V stopcontacten (9)
uit. Schakel de machine uit zoals beschreven in para-
graaf 9.2.
Verbreek de verbinding met de aangesloten appara-
tuur die stroom verbruikt
Zet het apparaat weer aan zoals beschreven in para-
graaf 9.1.
9.5 Bedrijfsindicator (13)
Het lampje dat aangeeft dat het apparaat in bedrijf is,
brandt als de motor loopt.
www.scheppach.com