4.4 | Elektroden
• De elektroden zijn verbruiksmateriaal en moeten vervangen worden, als de kleefkracht minder wordt.
In geval van twijfel bestelt u nieuwe elektroden.
• Vervangelektroden moeten ook op advies van de fysiotherapeut vervangen worden, om de correcte
werking van het toestel te vrijwaren.
• Let op de volgende aanduidingen bij het plaatsen van de elektroden, om een optimaal
stimulatieresultaat te bereiken en om huidirritatie te vermijden.
4.4.1 | Plaats de elektroden op de huid
De plaatsing van de elektrode en de instellingen van het apparaat moeten overeenkomstig de handleiding of
de aanwijzing van een fysiotherapeut gebeuren. Vooraleer de elektroden geplaatst worden moet het zeker
zijn, dat de huid op de betreffende plaats proper en droog is. Let op een goede hechting van de elektroden
op de huid, zodat een goede verbinding tussen de huid en de elektrode wordt bereikt.
• Vóór het gebruik controleren of de pad schoon en onbeschadigd is.
Gebruik van de elektroden/PAD's:
• Elektroden met de kabel verbinden
• Verwijder de beschermende folie van de PAD's. De beschermende folie alstublieft niet wegwerpen,
omdat deze na de toepassing terug ter bescherming van de kleefvlakken nodig is.
• Plaats de kleefzijde van de PAD's op de gewenste huidzone, waarbij u de PAD zacht aandrukt.
Verwijderen van de elektroden:
• Hef de PAD's aan een hoek op en trek ze voorzichtig van de huid weg.
• Kleef de beschermende folie op de kleefzijde van de PAD's.
Opgelet!
• Voor het gebruik wordt er aangeraden de huid te reinigen, te ontvetten en te drogen.
• Het toestel niet inschakelen, zolang de elektroden nog niet op de huid kleven.
• Om de elektroden te verschuiven schakelt u eerst het toestel uit, om ongewenste huidirritaties te
vermijden.
• Het is aan te bevelen minstens een 4 cm x 4 cm groot kleefpad op de te behandelende plaats te kleven.
• Kleefelektroden niet op gekwetste huidplaatsen kleven.
• Elektroden, die niet meer kleven, kunnen verwijderd worden.
• De elektroden zijn voor het gebruik door een persoon voorzien.
• Als er huidirritatie optreedt, beëindig de toepassing en raadpleeg uw arts.
• Bij het verwijderen van de elektroden, deze voorzichtig aftrekken, om kwetsuren door het kleefvlak aan
de huid te vermijden.
• Trek niet aan de kabels. Dat kan de kabel of de elektrode beschadigen.
4.4.2 | Plaatsen van de elektroden
• De juiste plaatsing van de elektroden is van bijzonder belang om een therapeutisch succes te hebben.
• Elke patiënt reageert anders op de elektrische stimulatie, de respectievelijke eisen kunnen daarom
verschillen.
• Als de ideale plaatsing van de pads gevonden is, raden we u aan deze samen met de instelling van het
toestel op te schrijven, om ze gemakkelijk terug te kunnen gebruiken.
5 | Bediening
5.1 | Voetzoolpads
a
Alle onderdelen klaar leggen (zie afbeelding 2)
b
De rechtervoet op de zool zetten. De witte band onder de zool doorschuiven en omheen de voet met
velcroband vastzetten (de lengte kan naar believen veranderd worden). De linkervoet op dezelfde
wijze vastzetten (zie afbeelding 3)
c
De beide stekkers van de kabels met de uitgangen van de zolen verbinden. Let er op dat de kleur van
de stekker met de kleur van de uitgang overeenstemt. (zie afbeelding 4)
d
De hoofdkabel nu met het toestel verbinden. (zie afbeelding 5)
Afbeelding 2
Afbeelding 3
Afbeelding 4
Afbeelding 5