Opmerking! Controleer altijd de voortgang van het tillen door te kijken naar de beweging van de touwkleurdraden in en uit
het apparaat.
6 . 6
B A S I S H I J S E N - B E V E S T I G I N G A A N H E T L I C H A A M
1.
Bevestig de reddingslijn aan een ankerpunt met de lijnkarabijn of met een ankerstrop op ten minste 1 meter boven
het slachtoffer.
2.
Trek het apparaat naar het slachtoffer zodat je het aan het harnas van het slachtoffer kun vastmaken
(bovenste bevestigingspunt).
3.
Verwijder elke speling tussen u en het apparaat door de sleeplijn naar boven te trekken.
4.
Trek de sleeplijn door de eerste wrijvingslus in de lijngroef van het remhuis, rond de tweede wrijvingslus, steek de lijn in
de lijnklem en maak vast.
5.
Begin met tillen door het handwiel met twee handen rechtsom te draaien. Haal frequent de speling tussen de wrijvingslus
en de lijnklem weg. Ongeveer na elke 10 slagen van het handwiel.
Opmerking! Zet indien nodig het sleeptouw rond het apparaat vast om het risico op een onbedoelde afdaling te elimineren.
6.
Maak het slachtoffer los van de valbeveiliging
7.
Start het gecontroleerde afdalen door het de sleeplijn los te maken van de lijnklem door deze naar beneden te trekken.
8
| v.1 | Master EN | RPX200 & EPX200 |
6.5.4
6.6.4
6.5.7