binnen 5 seconden na de vorige actie; u bent nu in
de configuratiemodus.
•
De configuratie-instellingen zijn zichtbaar op de
SNELHEID MOTOR LED:
1)De eerste twee LED'S (foto E-3A-3B) tonen het
type instelling en moeten steeds oplichten.
2) Het derde en vierde LED (foto E – 3 C) duiden
het type battery aan: voor de PB-zuur batterij
brandt alleen het derde LED (foto E -3C), terwijl
voor de gelbatterij types allebei de LED'S moeten
branden.
•
CONFIGURATIEINSTELLINGEN wijzigen:
1)De "verhoog snelheid" (foto E-4) en "verminder
snelheid" (foto E-3) toetsen worden gebruikt om
de indicatie interventie drempelwaarden dusdanig
te programmeren, dat de eerste twee snelheid
indicators LED's (foto E-3A,3B) oplichten;
2) De "borstel motor schakelaar" (foto E -5) wordt
gebruikt om de PB-zuur batterij te programmeren,
terwijl de "zuig motor schakelaar" (foto E-6) wordt
gebruikt om de gelbatterijen te programmeren.
•
Om de instellingen te bewaren en het scherm te
verlaten: druk toets "verminder snelheid" (foto E-3)
en de "zuig motor" toets (foto E-6) tesamen in.
Zodra de instellingen zijn ingesteld, hebben
we verschillende batterij kwijting niveaus met
gedifferentieerde interventie over de functies van
de machine als aangegeven in de volgende tabel:
Batterij kwijting indicator en functies - MODEL "BT" (24V
DC met tractie)
Volt Batterijtype
Batterij power
test-indicator
LED
PB-Acid
GEL
Signalering
24,0
24,0
Groene LED
aan
21,5
22,5
Gele LED op
20,5
21,5
Rode LED op
20,0
21,0
Rode LED
knippert
Als u de configuratie-procedure niet uitvoert,
blijven de instellingen zoals ze origineel waren.
•
Het is aangeraden om het servicecentrum
of een technicus in te roepen als u problemen
met de instellingen hebt. Niet openen of met de
elektronica knoeien.
5.2 BATTERIJLADER CONFIGURATIE
•
Het is raadzaam om het servicecentrum te
bellen of een technicus, als u problemen met de
Borstel ope-
ratie indicator
LED
Signalering
ACTIE
LED aan
Alle werken
Led aan
Alle werken
LED Knippert
Borstelmotor
werkt niet
LED knippert
Alle motoren
werken niet
instelling hebt
6. BEDIENINGSINFORMATIE
6.1 MACHINE VOORBEREIDING
•
Voordat u begint te werken, niet-wegglijdende
schoenen dragen, handschoenen en andere
persoonlijke beschermingsmiddelen aangegeven
door de leverancier op basis van de werkomgeving.
Bevestig de borstels of padschijven, die zijn
geschikt voor de oppervlakte.
Controleer of de zuigmond stevig is aangesloten
en de zuigslang goed is verbonden. Zorg ervoor
dat de vuilwatertank leeg is. Als dat niet het geval
is, volledig leegmaken. De proper watertank vullen
met een mix van schoon water en niet-schuimend
reinigingsmiddel in een voldoende concentratie
door het voorste gat. Laat 2 cm tussen het deksel
en het niveau van de vloeistof.
Om risico's te voorkomen en vertrouwd te
☞
worden met de bewegingen van de machine,
steeds
test uitvoeren op een groot oppervlak
zonder obstakels. Voor het verkrijgen van de
beste resultaten in termen van levensduur van
de reinigings- en apparatuur, doet u de volgende
eenvoudige maar belangrijke bewerkingen:
-identificeren van het werkgebied, verplaatsen van
alle mogelijke hindernissen
-als het oppervlak zeer uitgebreid is, in
opeenvolgende en parallelle rechthoekige gebieden
werken
-kies een recht werk traject en begint te werken
uit de verste gebied om te voorkomen dat er wordt
gepasseerd over gebieden, die reeds zijn gereinigd.
6.2 STRUCTUUR EN FUNCTIES
Foto A Model E (AC 230V)
1 algemene AAN/UIT schakelaar
2 borstelmotor schakelaar
3 zuigmotor schakelaar
Foto B Model E (AC 230V)
1 elektro kabel
2 watertoevoer borstel hendel
3 borstel plaat op/neer hendel
139