batterijstekker.
De machine wordt opgeladen.
De oplaadbewerking is niet voltooid.
De batterijen zijn leeg.
Laad de batterijen.
Geen bestuurder aanwezig op de zetel
Neem plaats op de bestuurderszetel
De hoofdzekering is verbrand.
Vervang de hoofdzekering.
De machine wordt opgeladen.
De printplaat is oververhit.
Controleer de verschillende onderdelen, die de fout
kunnen veroorzaken. Wacht 30 minuten en probeer te
vermijden dat er fouten gebeuren bij de werking. Blijft
de fout duren, uw Lavor service centrum contacteren.
8.1.2
De machine verplaatst zich niet
De tractie hendel staat in neutrale posit
Selecteer een richting tractie door trekken of duwen
aan de tractiehendel.
De pedaal recht om voorwaarts te bewegen wordt niet
ingedrukt
Druk de pedaal in
De bodemhelling is te hoog.
Duw handmatig de machine naar de
bovenverdieping.
De thermische bescherming van de tractiemotor is
aan.
Stoppen van de machine en druk na 5 minuten op
de knop van de thermische onderbreker.
De batterijen zijn leeg..
Laad de batterijen.
Het rechterpedaal om voorwaarts te bewegen was
ingedrukt tijdens het opstarten
Herstart zonder pedaal in te drukken
De schakelaar van het pedaal rechts is kapot.
Vervang de schakelaar
De motor stopte niet wanneer de machine aan staat
Plaats de machine op een vlak oppervlak doe de
machine aan en uit met de sleutel.
8.1.3
De borstel draait niet
de borstel motor schakelaar is niet geselecteerd.
Druk op de knop voor het activeren van de borstels.
De borstelmotor thermische onderbreker staat aan;
de motor is oververhit.
Oplossen van de oorzaak (koorden of vergelijkbare
objecten die borstel blokkeren, oppervlakte te ruw,
enz.) druk op de "reset" onderbreker (de eerste vanaf
de bovenkant).
De transmissie gordel is gebroken.
Vervangen.
De motor is defect
Vervangen.
8.1.4
NIET
REINIGINGSMIDDEL
De reinigingsmiddel tank is leeg.
Vul de tank met reinigingsmiddel volgens aangeduid
concentraat vermengd met water.
De borstels draaien niet meer
Activeer de borstels en druk het pedaal rechts in.
Het ventiel watertoevoer staat dicht.
Aanpassen/vergroten zodat er voldoende
reinigingsmiddel wordt toegevoegd.
De leiding reinigingsmiddel is verstopt op een
bepaald punt.
Reinig de leiding door verwijderen van het vuil.
Het ventiel watertoevoer is verbrand
Vervang het.
8.1.5
GEEN ZUIGKRACHT
De zuigslang is niet verbonden met de zuigmond.
Sluit de zuigslang correct aan.
De zuigslang of de zuigmond buis zijn verstop
Reinig de leidingen.
De zuiging motor is uitgeschakeld.
Activeren.
De vuilwatertank is vol.
Leegmaken.
De zuigmotor krijgt geen elektrische stroom of
wordt verbrand.
Controleer de aansluitingen en, voor het laatste
geval, vervang de motor
8.1.6
ONVOLDOENDE ZUIGKRACHT
Het tankdeksel is niet perfect gesloten.
Sluit het correct.
De zuigslang, de zuigmond leiding of de controle
compartiment is verstopt.
Reinig eventuele belemmeringen van de leidingen.
8.1.7
DE BORSTEL- OF DE ZUIGMOTOR
BLIJFT IN WERKING
De schakelaar is defect
Stoppen van de machine en het loskoppelen van de
batterijstekker en neem contact op met de technische
dienst.
8.1.8
De zuigstrips zijn niet schoon of
drogen niet efficiënt
De zuigstrips rubbers zijn versleten of slepen vuil
voort.
Vervangen of maak ze schoon.
De zuigmond aanpassing is niet correct; de
vooruitgang moet precies loodrecht staan op de
lopende richting.
Aanpassen van de zuigmond.
De zuigslang of de zuigmond buis zijn verstopt.
Reinig eventuele belemmeringen van de leidingen.
146
GENOEG
OF
TE
VEEL