3. Indien de functie langer dan 3 seconden wordt weergegeven, wordt deze opgeslagen
en schakelt het beeldscherm daarna uit.
RECOVERY (normalisering polsslag):
1. Wanneer u op deze knop drukt, verschijnt de functie waarmee u kunt nagaan of de
polsslag weer normaal is na de inspanning.
BODYFAT (vetvoorraden in het organisme):
1. Door op de knop te drukken, krijgt u toegang tot de mode voor het meten van de
vetvoorraden in het organisme. Alvorens van deze functie gebruik te kunnen maken,
moet u eerst uw persoonlijke gegevens stap voor stap op de monitor invoeren.
UP (omhoog):
1. Door eenmaal op de knop te drukken wordt de afstelwaarde met één eenheid verhoogd.
2. Door de knop langer dan 3 seconden ingedrukt te houden, wordt de afstelwaarde
verhoogd met zes eenheden per seconde.
DOWN/(RESET) (Omlaag/(reset)):
1. Door eenmaal op de knop te drukken wordt de afstelwaarde met één eenheid verlaagd.
2. Door de knop langer dan 3 seconden ingedrukt te houden, wordt de afstelwaarde
verlaagd met zes eenheden per seconde.
3. Door tijdens het trainen de knop langer dan 3 seconden ingedrukt te houden, kunt u
alle waarden terug op nul zetten.
VERVANGEN VAN DE BATTERIJEN
1. Doe twee batterijen AA OF UM-3 in het batterijvakje aan de achterzijde van de monitor.
2. Gelieve te controleren of de batterijen goed geplaatst zijn. De batterijen moeten goed geplaatst
worden en zorg er voor dat de veer voor de batterij goed contact maakt met de batterij.
3. Indien de display wit blijft of slechts een gedeelte weergeeft, verwijder dan de batterijen en wacht
15 seconden alvorens ze terug te plaatsen.
4. Bij het verwijderen van de batterijen worden alle waarden van de functies teruggezet op nul.
5. Alvorens het apparaat weg te werpen, moeten de batterijen verwijderd worden en op veilige wijze
weggeworpen worden.
FUNCTIES EN TOEPASSINGEN
AUTO ON/OFF
De monitor gaat automatisch aan wanneer de trainer beweegt. Indien het trainen langer dan 3 minuten
wordt onderbroken, gaat de monitor uit en worden de functiewaarden opgeslagen.
SCAN (scannen)
Houd tijdens het trainen de knop MODE ingedrukt totdat de icoon "SCAN" op het beeldscherm
knippert. De monitor geeft de volgende functies aan en iedere functie is 8 seconden lang op het
hoofdscherm te zien.
Time (tijd)-Speed (snelheid)-Distance (afstand)-Calorie (calorieën)-Pulse (polsslag).
TIME (tijd)
Houd tijdens het trainen de knop MODE ingedrukt totdat de icoon "TIME" op het beeldscherm knippert
(SCAN verdwijnt dan). De monitor geeft de functie Time (tijd) weer op het hoofdscherm (normale
telling).
Indien u de trainingstijd wilt wijzigen, houd dan op met trainen en houd de knop MODE ingedrukt
totdat de functie TIME op het beeldscherm verschijnt en druk op de knop UP (omhoog) of DOWN
(omlaag) om de gewenste waarde in te voeren.
*Normale telling: indien u de tijd niet afstelt, telt de monitor de tijd van 00 : 00 tot 99 : 59.
*Aftellen:
Door de trainingstijd af te stellen van 1 : 00 tot 99 : 00 minuten, begint de monitor met aftellen vanaf
de afgestelde waarde. Zodra de afgestelde waarde bereikt is, piept de monitor 3 seconden en gaat
daarna over op de normale telling.
SPEED (snelheid)
Houd tijdens het trainen de knop MODE ingedrukt totdat de icoon "SPEED" op het beeldscherm
knippert (SCAN verdwijnt dan). De monitor geeft dan de huidige snelheid aan op het hoofdscherm. De
monitor geeft de huidige snelheid aan van 0,0 tot 99,9 km (of mijl).
DISTANCE (AFSTAND)