Aanwijzing: U mag zelf geen instellingen uitvoe-
ren aan de carburateur!
7.2.5 Geleiderail
•
Smeer de ster van de geleiderail om de 10
bedrijfsuren. Dit is vereist, opdat uw ketting-
zaag het optimale vermogen kan bereiken
(fig. 16). Reinig de smeeropening, zet het vet-
kanon (niet meegeleverd) aan en pomp vet in
het lager, tot het aan de buitenkant eruit wordt
gedrukt.
•
Reinig de groef waarin de ketting loopt, en de
olie-inlaatopening regelmatig met een in de
handel verkrijgbaar reinigingsgereedschap
(fig. 17A). Dit is belangrijk om een optimale
smering van geleiderail en ketting tijdens het
bedrijf te garanderen.
•
Verwijder bramen en scherpe randen aan de
geleiderail (2) door met een vlakke vijl voor-
zichtig te vijlen (fig. 17B).
•
Keer de geleiderail (2) om de 8 werkuren,
opdat deze aan de boven- en onderkant geli-
jkmatig verslijt.
Oliedoorlaten
Oliedoorlaten op de rail moeten worden gereinigd
om te garanderen dat de rail en de ketting tijdens
het bedrijf goed worden ingeolied.
Aanwijzing: De toestand van de oliedoorlaten
kan gemakkelijk worden gecontroleerd. Als de
doorlaten schoon zijn, dan sproeit de ketting
enkele seconden na starten van de zaag auto-
matisch olie weg. De zaag bezit een automatisch
oliesysteem.
Automatische kettingsmering
De kettingzaag is uitgerust met een automatisch
oliesysteem met tandwielaandrijving. Dit voedt
de rail en de ketting automatisch met de juiste
hoeveelheid olie. Zodra de motor wordt versneld,
stroomt ook de olie sneller naar de railplaat.
De kettingsmering werd in de fabriek optimaal
ingesteld. Als instellingen achteraf vereist wor-
den, breng de zaag dan naar de geautoriseerde
klantendienst.
Aan de onderkant van de kettingzaag zit de instel-
schroef (A) voor de kettingsmering (fi g. 21). Naar
links draaien verhoogt de kettingsmering, naar
rechts draaien verlaagt de kettingsmering.
Anl_GC_PC_1335_I_TC_SPK7.indb 154
Anl_GC_PC_1335_I_TC_SPK7.indb 154
NL
Om de kettingsmering te controleren de ketting-
zaag met de ketting boven een vel papier houden
en een paar seconden vol gas geven. Op het
papier kan de ingestelde hoeveelheid olie worden
gecontroleerd.
Controleer regelmatig of de kettingsmering naar
behoren functioneert. Test de kettingsmering vóór
de eerste snede, na meermaals snijden en in elk
geval na onderhoudswerkzaamheden.
Oliën van de ketting
Vergewis u er altijd van dat het automatische olie-
systeem goed functioneert. Zorg voor een altijd
gevulde olietank.
Tijdens de zaagwerkzaamheden moeten de rail
en de ketting altijd voldoende geolied zijn, om
wrijving met de geleiderail te verlagen.
De rail en de ketting mogen nooit zonder olie zijn.
Als u de zaag droog of met te weinig olie inzet,
dan neemt het snijvermogen af, de levensduur
van de zaagketting wordt korter, de ketting wordt
snel bot en de rail verslijt zeer sterk op grond van
oververhitting. Te weinig olie herkent men aan
rookontwikkeling of verkleuring van de rail.
7.2.6 Onderhoud van de ketting
Scherpen van de ketting
Aanwijzing: Een scherpe ketting levert welge-
vormde spanen op. Wanneer de ketting zaagmeel
genereert, dan moet hij worden gescherpt.
Om de ketting te scherpen zijn speciale ge-
reedschappen vereist, die garanderen dat de
messen in de juiste hoek en op de juiste diepte
zijn gescherpt. Voor de onervaren gebruiker van
kettingzagen bevelen wij aan om de zaagketting
te laten scherpen door een vakman van de lokale
klantendienst. Indien u denkt dat u zelf uw eigen
zaagketting kunt scherpen, koop dan de speciale
gereedschappen aan bij de professionele klan-
tendienst.
Ketting scherpen (fi g. 18)
Scherp de ketting met veiligheidshandschoenen
en een ronde vijl.
Scherp de punten alleen met naar buiten gerichte
bewegingen (fi g. 19) en neem de waarden in fi g.
18 in acht.
Na het scherpen moeten de snij-elementen alle-
maal even breed en lang zijn.
- 154 -
18.07.2016 11:25:04
18.07.2016 11:25:04