DAB 1 NKV EN Instrucciones Para La Instalación Y El Mantenimiento página 46

Tabla de contenido

Publicidad

Idiomas disponibles
  • MX

Idiomas disponibles

  • MEXICANO, página 51
3.3. Het verdient de aanbeveling de zuig- en persleidingen op de installatie aan te sluiten middels trillingdempende
koppelingen.
Verzeker u ervan dat de watervoedingsbron over dusdanige eigenschappen beschikt dat de afname van het bij
3.4.
de voorziene bedrijfscondities benodigde debiet altijd verzekerd is.
3.5. Volg bij het realiseren van het zuigtraject alle voorzorgsmaatregelen die noodzakelijk zijn om de drukverliezen tot een
minimum te beperken en de vorming van luchtzakken te voorkomen, onder andere:
a) Installeer de groep zo dicht mogelijk bij de voedingsbron.
b) Rust iedere pomp uit met een eigen zuigleiding (EN 12845 – UNI 10779).
c) Plaats de zuigleidingen horizontaal of met een licht aflopende helling in de richting van de groep.
d) Vermijd het gebruik van elleboogstukken of verbindingsstukken die bruuske richtingsveranderingen veroorzaken.
Gebruik indien nodig bochten met een wijde buigstraal.
Vermijd het "sifon" effect aan de zuigzijde: gevaar voor uitschakeling van de pompen!
3.6. De verticale afstand tussen de aanzuiging van de pomp en het minimumniveau van het water mag niet meer dan 3,2 meter
bedragen. (EN 12845 punt 10.6.2.3 – UNI 10779)
4.
ELEKTRISCHE AANSLUITING
LET OP: NEEM DE GELDENDE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN IN ACHT
4.1.
De elektrische aansluiting mag uitsluitend worden uitgevoerd door gespecialiseerd en
gekwalificeerd
veiligheidsvoorschriften die van kracht zijn in het land waar het product geïnstalleerd
wordt.
Controleer de voedingsspanning en – frequentie. Waarden die afwijken van de waarden die op het
4.2.
motorplaatje vermeld zijn kunnen onherstelbare schade veroorzaken.
Geef bij het tot stand brengen van de aansluiting van de draden van de voedingskabel op de
4.3.
klemmenstrook van het bedieningspaneel prioriteit aan de aarddraad.
Zie voor het schakelschema en de bijbehorende informatie de bijgevoegde documentatie.
5.
CONTROLE VAN DE WERKING VAN DE GROEP
5.1.
CONTROLE VAN DE WERKING VAN DE ELEKTROPOMP
a) Zet
de
Controleer de draairichting van de elektropomp door hem enige ogenblikken te laten draaien met behulp van de
START knop en controleer of, wanneer u vanaf de ventilatorzijde naar de pomp kijkt, de motor met de klok mee
draait. Als dit niet zo is, dient u op de klemmenstrook twee willekeurige draden van de voeding van het paneel
van de elektropomp met elkaar te verwisselen.
b) Zet de keuzeschakelaar van het paneel van de elektropomp in de stand AUT.
c) Open een klep van de installatie (of de handmatige startklep van de pomp, in de buurt van de drukschakelaars)
d) Controleer de start van de elektropomp.
e) Sluit de klep van de installatie (of de handmatige startklep van de pomp, in de buurt van de drukschakelaars)
f)
Zet de installatie onder druk.
g) Stop de elektropomp met de STOP knop op het schakelpaneel.
Zie voor de controle bij niet startende elektropomp de instructiehandleiding van de elektropomp.
LET OP! GEDURENDE DE WERKING VAN DE ELEKTROPOMP:
Controleer de installatie op eventuele waterlekken, en stop de elektropomp zo nodig.
Het signaleringscontact voor draaiende elektropomp gaat dicht en kan de eventuele aangesloten
alarmen activeren.
personeel
hoofdschakelaar
van
NEDERLANDS
(zie
punt
2.1),
het
paneel
van
42
in
overeenstemming
de
elektropomp
op
met
de
1
(ON).

Publicidad

Tabla de contenido
loading

Este manual también es adecuado para:

2 nkv en

Tabla de contenido