AFTAKAS
Alle modellen zijn uitgerust met een
onafhankelijke aftakas (DIN 15 x 12 pro-
fiel). Bij de 1+1 en 2+2 modellen heeft
de aftakas een snelheid van 1004 toe-
ren/min. .
N.B. Gebruik altijd de koppelingshendel
bij het in- en uitschakelen van de af-
takas.
De aftakas is rechtsdraaiend .
STUURHENDELS
De verticale (hoogte) instelling van de
stuurhendels wordt door hendel n° 3
geregeld. Er zijn 6 verschillende hoogte-
standen mogelijk. De horizontale
(zijwaartse) aftstelling wordt geregeld
met hendel 4. Er zijn 6 afstellingen mo-
gelijk (3 met stuurhendels in normale
positie en 3 met 180° gedraaide stuu-
rhendels).
Fig 12A
OMKEREN VAN DE STUURHENDELS
VOOR FRONTALE WERKTUIGEN
Voor de aankoppeling van frontale we-
rktuigen dienen de stuurhendels 180°
gekeerd te worden.
Ga daarvoor als volgt te werk:
1+1 (Fig. 13A)
1.Plaats versnellingshendel 5 in vooru-
it- of achteruitversnelling.
2.Maak de hendel los uit 10.
3.Trek hendel 4 omhoog, draai de stu-
urboom in de richting van de pijl die zich
op het plaatje op het uiteinde van de stu-
urboom bevindt (linkse draairichting).
4.Draai nu ook hendel 5 en bevestig
deze weer in 10.
Om de stuurhendels weer in normale
positie te brengen (freespositie) dienen
de zelfde handelingen verricht te wor-
den waarbij de stuurboom nu naar re-
chts teruggedraaid wordt.
2+2 (Fig. 14A)
1.Plaats de versnellingshendel 5 in vo-
oruit- of achteruitversnelling.
2.Zet versnellingshendel 8 in de 1e of
2e versnelling.
3.Maak de hendels 5 en 8 los uit 10.
4.Trek hendel 4 omhoog, draai de stu-
urboom in de richting van de pijl die zich
op het plaatje op het uiteinde van de stu-
urboom bevindt (linkse draairichting).
5.Draai nu ook versnellingshendels 5 en
8 en bevestig deze weer in 10.
Om de stuurhendels weer in normale
positie te brengen (freespositie) dienen
de zelfde handelingen verricht te wor-
den waarbij de stuurboom nu naar re-
chts teruggedraaid wordt.
66