VOORDAT U CONTACT OPNEEMT MET EEN SERVICECENTRUM
Controleer het volgende voordat u contact opneemt met een servicecentrum
Symptomen
De stroom is
De batterijen moeten worden vervangen
niet
De wisselstroomadapter is niet aangesloten
ingeschakeld
De stroom is
De batterijen moeten worden vervangen
tijdens het
De camera heeft zichzelf automatisch
gebruik
uitgeschakeld
uitgeschakeld
De adapter is niet correct aangesloten
De externe temperatuur is te laag
De batterij
raakt snel
De camera bevat zowel oude als
leeg
nieuwe batterijen
De camera is niet ingesteld op de modus
De camera
OPNEMEN
maakt geen
De batterijen zijn zwak
foto's als op
De stroom is niet ingeschakeld
de sluiterknop
wordt gedrukt
De geheugenkaart is niet geïnitialiseerd
U hebt een onjuiste instellingsoptie
De scherpte kan
geselecteerd
niet worden
ingesteld
De flitsmodus
De flitser van de camera is uitgeschakeld
werkt niet
De weergegeven
Er wordt een onjuiste datum/tijd weergegeven
datum/tijd is
of de basiswaarden zijn bewaard
onjuist
Er is sprake van overbelichting
Het scherm is
te fel verlicht
Het LCD-scherm is te fel verlicht
Het scherm is
De lenskap is vuil of zit vol vlekken
niet erg helder
50
Oorzaken
Stappen
Vervang de batterijen door nieuwe exemplaren
Sluit de wisselstroomadapter aan
Vervang de batterijen door nieuwe exemplaren
Zet de camera aan
Sluit de adapter correct aan
Bewaar batterijen op de juiste
temperatuur
Vervang alle batterijen door nieuwe
exemplaren
Zet de camera in de modus OPNEMEN
Vervang de batterijen door nieuwe
exemplaren
Zet de camera aan
Initialiseer de geheugenkaart
Selecteer de macromodus als de afstand tot
het onderwerp minder dan 0,8m bedraagt en
selecteer de normale instellingsmodus als de
afstand tot het onderwerp meer dan 0,8m
bedraagt
Schakel de flitsmodus in
Selecteer de juiste datum in de
modus INSTELLEN
Stel de gewenste belichtingscompensatie in
Stel de optie LCD BRIGHTNESS in
Maak de lenskap schoon