N E D E R L A N D S
• Om een afschuinhoek van 3° naar rechts of 48° naar links in te stellen,
moeten de twee aanslag-instelschroeven zo worden ingesteld, dat de
zaagarm de vereiste bewegingen kan maken.
Aanwijzingen voor gebruik
Neem altijd de veiligheidsinstructies in acht en houdt u aan de
geldende voorschriften.
Alvorens met de machine te gaan werken:
• Breng het juiste zaagblad aan. Gebruik geen overmatig versleten
zaagbladen. Het zaagblad moet geschikt zijn voor het maximum
toerental van de machine.
• Probeer niet om extreem kleine werkstukken te zagen.
• Oefen bij het zagen geen overmatige druk op het zaagblad uit.
Forceer het zagen niet.
• Laat de motor voor het zagen op volle toeren komen.
• Zorg er voor dat alle knoppen en hendels goed vastgedraaid zijn.
• Klem het werkstuk vast.
• Hoewel deze zaagmachine geschikt is voor het zagen van hout en veel
metalen (maar niet voor ijzer en staal), gelden deze bedieningsvoorschriften
alleen voor het zagen van hout. Dezelfde richtlijnen gelden ook voor
andere materialen. Zaag met deze zaag geen ijzer, staal of metselwerk!
Gebruik geen slijpschijven!
• Gebruik altijd de sleufplaat. Gebruik de machine niet als de sleuf breder
is dan 10 mm.
In- en uitschakelen (fig. J)
• Druk de bedieningsschakelaar (16) in om de machine in te schakelen.
• Stop de machine door de schakelaar los te laten.
• De machine kan niet in de stand aan worden vergrendeld, maar er is
wel een gat (13), waarin een hangslot kan worden aangebracht om de
machine in de stand uit te vergrendelen.
Verticale rechte afkortsnede (fig. A1, A2 & K)
• Draai de verstekklemknop (4) los en druk de verstekgrendel (5) omhoog.
• Zet de verstekgrendel in de 0°-positie en draai de verstekklemknop aan.
• Leg het te zagen hout tegen de parallelgeleiding (3 & 7).
• Pak de bedieningshendel (1) vast en druk op de zaagkop-ontgrendeling
om de zaagkop vrij te geven. Druk op de bedieningsknop (17) om de
motor aan te zetten.
• Druk de zaagkop naar beneden om door het hout te zagen.
Het zaagblad gaat de sleuf in de sleufplaat (27) in.
• Laat na het zagen de knop los en wacht tot het zaagblad volledig tot
stilstand is gekomen voordat u de zaagkop laat terugkeren naar zijn
bovenste rustpositie.
Verticaal zagen met verstek (fig. L)
• Draai de verstekklemknop (4) los en druk de verstekgrendel (5) omhoog.
Beweeg de zaagkop naar links of naar rechts om de juiste hoek in te
stellen.
• De vaste verstekgrendelposities zijn 10°, 15°, 22,5°, 31,62° en 45°.
Houd voor tussenliggende hoeken of voor 50° de zaagkop stevig vast
en zet hem vast door de verstekklemknop vast te draaien.
• Zorg er voor het zagen altijd voor dat de verstekklemknop stevig is
aangedraaid.
• Ga verder zoals beschreven voor recht verticaal zagen.
Als een stuk hout met een beschadigde kant wordt gezaagd,
leg het hout dan zo tegen de zaag,dat de beschadigde kant
zich aan de kant met de grootste hoek t.o.v. de
parallelgeleiding bevindt; d.w.z. bij zagen met verstek naar
links de beschadiging links, bij zagen met verstek naar rechts
de beschadiging rechts.
nl - 5
Afschuinen (fig. A1, A2 & M)
De afschuinhoek kan worden ingesteld tussen 3° naar rechts en 48° naar
links. Hierbij kan de verstekarm tussen 0° en maximaal 45° naar links of
naar rechts worden ingesteld.
• Draai de klemknop van de linker parallelgeleiding (23) los en beweeg
het bovenste deel van de linker parallelgeleiding (7) zo ver mogelijk naar
links. Draai de afschuinklemknop (17) los en stel de afschuinhoek op
de gewenste waarde in.
• Draai de afschuinklemknop (17) stevig vast.
• Ga verder zoals beschreven voor recht verticaal zagen.
Kwaliteit van de zaagsnede
Hoe glad een zaagsnede is, hangt altijd af van een aantal variabelen, zoals
het te zagen materiaal. Als optimale zaagsneden nodig zijn, bijvoorbeeld
voor het maken van lijsten en ander precisiewerk, gebruik dan een scherp
zaagblad (60 tanden, hardmetaal) en een lagere, gelijkmatige zaagsnelheid
om het gewenste resultaat te bereiken.
Zorg er voor dat het materiaal tijdens het zagen niet kruipt;
maak het stevig vast. Laat de zaagarm pas omhoogkomen als
het zaagblad volledig tot stilstand is gekomen. Als aan de
achterkant toch kleine splinters ontstaan, plak dan een stuk
crêpe-plakband op de plaats waar de zaagsnede zal worden
gemaakt. Zaag door het crêpe-plakband en verwijder het
voorzichtig na het zagen.
Plaatsen van het lichaam en de handen
Het op de juiste manier plaatsen van het lichaam en de handen maakt het
zagen gemakkelijker, nauwkeuriger en veiliger.
• Plaats uw handen nooit in de buurt van de zaagsnede.
• Plaats uw handen op minimaal 150 mm van het zaagblad.
• Houd het werkstuk tijdens het zagen stevig tegen de tafel en de
parallelgeleiding. Houd uw handen op hun plaats totdat de schakelaar
is losgelaten en het zaagblad volledig tot stilstand is gekomen.
• Voer altijd een test uit (met UITgeschakelde zaag) om de baan van het
zaagblad te kunnen volgen: zo bereikt u zuivere zaagsneden.
• Plaats uw handen niet kruiselings.
• Sta stevig met beide voeten op de grond en zorg voor een goed
evenwicht.
• Volg de bewegingen van de zaagarm als u hem naar links en rechts
beweegt. Ga enigszins aan de kant van het zaagblad staan.
• Kijk bij het volgen van een potloodlijn door de openingen in de
beschermkappen.
Vastzetten van het werkstuk (fig. A5)
• Klem het hout als het kan aan de zaag vast.
• Gebruik bij voorkeur de speciaal voor uw zaag ontwikkelde
werkstukklem (31). Klem het werkstuk als het kan tegen de
parallelgeleiding. U kunt het werkstuk links of rechts van het zaagblad
vastzetten. Het is van belang dat het werkstuk aan een stevig en vlak
oppervlak wordt vastgezet.
Gebruik altijd een materiaalklem bij het zagen van niet-
ijzerhoudende metalen.
Ondersteunen van lange werkstukken (fig. A3)
• Ondersteun lange werkstukken altijd.
• Gebruik bij voorkeur de verlengsteun (29) om de tafelbreedte van uw
zaag te vergroten (als optie verkrijgbaar bij uw dealer).
Ondersteun lange werkstukken met enig bruikbaar middel,
zoals zaagbokken e.d., om te voorkomen dat de uiteinden naar
beneden hangen.
50