De Toetsen Op Het Bedieningspaneel - Telwin STARTRONIC 500 Manual De Instrucciones

EINDE OPLADEN
- De voeding van de acculader wegnemen en hierbij de
schakelaar (indien aanwezig) op OFF plaatsen en/of de
voedingskabel uit het contact van het net nemen. - De
zwarte tang voor het opladen verwijderen van het chassis
van de wagen of van de negatieve klem van de accu
(symbool -).
- De rode tang voor het opladen verwijderen van de
positieve klem van de accu (symbool +).
- De acculader opbergen op een droge plaats. - De cellen
van de accu terug afsluiten met de desbetreffende
doppen (indien aanwezig).
GELIJKTIJDIG OPLADEN VAN MEER ACCU'S
Ga bij het gelijktijdig opladen van accu's altijd zeer
voorzichtig te werk. PAS OP: laad nooit accu's op die qua
capaciteit, ontlading en type van elkaar verschillen.
BEVEILIGING
De acculader beschikt over een beveiliging die in de
volgende gevallen in werking treedt:
- overbelasting (overmatige stroomtoevoer naar de accu);
- kortsluiting (laadkabelklemmen zijn met elkaar in
aanraking gekomen);
- omkering van de polen van de accuaansluitpunten.
Bij apparaten met zekeringen dienen bij vervanging
vergelijkbare zekeringen met dezelfde nominale
stroomwaarde te worden gebruikt.
PAS OP: Indien een zekering wordt vervangen door een
zekering met een andere stroomwaarde dan vermeld op
het typeplaatje, dan kan dat schadelijke gevolgen
hebben voor personen en zaken. Om dezelfde reden
mag een zekering nooit worden vervangen door een
brug van koper of ander materiaal.
Alvorens u de zekering gaat vervangen, dient u de
stekker van de voedingsdraad uit het stopcontact te
nemen.
NUTTIGE TIPS VOOR HET STARTEN
Indien mogelijk dient u de accu vooraf gedurende 10 tot 15
minuten snel op te laden, om zo het voertuig gemakkelijker
te kunnen starten.
BELANGRIJKE GEGEV
WERKWIJZE
Met de functie stand-by (A) is het mogelijk de essentiële
elektronische diensten van het voertuig te voeden middels
de hulpkabel waarbij de stekker in het contact van de
sigarenaansteker moet gestoken worden. Wanneer het
contact van de hulpkabel verbonden wordt met de
Startronic gaat de rode led van stand-by branden: de
beschikbare voeding is 12Vdc-1,5A.
FIG. A
DE TOETSEN OP HET
BEDIENINGSPANEEL
ST 500
(A) Kiezen van het accutype
Hiermee kunt u het gewenste type accu kiezen dat moet
worden opgeladen. Deze functie zorgt ervoor dat de
drempelspanningen van de accu automatisch worden
aangepast met betrekking tot de overgang van een
constante stroom naar een constante spanning.
De volgende accutypen kunnen worden gekozen:
"GEL": zuur-loodaccu met vaste-stofelektrolyt (2,3
V/element)
"WET": zuur-loodaccu met vloeibare elektrolyt (2,4
V/element)
"Ni-Cd": nikkel-cadmiumaccu (1,4 V/element)
PAS OP:
Voor nikkel-cadmiumaccu's gelden met betrekking tot
d e d r i e l a a d s p a n n i n g e n d e v o l g e n d e
elementenaantallen:
5 elementen voor accu's van 6 V
10 elementen voor accu's van 12 V
20 elementen voor accu's van 24 V (uitgaande van 1,4
V/element)
(B) Kiezen van de accuspanning
Door middel van deze toets kunt u de spanning van de
accu('s) kiezen. De bedrijfsspanningen zijn: 6 / 12 / 24 V.
(C) Kiezen van de functiemogelijkheden
Door deze toets in te drukken, kunt u een van de volgende 3
functiemogelijkheden kiezen:
STAND-BY & CHARGE / CHARGE / START
U kunt deze functies kiezen door op de verschillende
knoppen te drukken totdat het controlelampje van de
gewenste instelling gaat branden. Een bel/buzzer geeft aan
dat de instelling is ingevoerd.
Bij de "STAND-BY"-functie is een voedingsinrichting van 12
V/DC-1,5 A beschikbaar. Deze dient ervoor om via de
sigarettenaansteker de belangrijkste functies van het
voertuig ingeschakeld te houden. Deze functie kan ook
worden gebruikt terwijl de accu wordt opgeladen:
"CHARGE+STAND-BY".
Door middel van de functie "CHARGE" kan de accu met een
constante stroom, bij een vooraf ingestelde waarde, worden
opgeladen. Dit gebeurt gedurende een via de toets (D)
gekozen tijdsduur. Mocht de accuspanning extreem laag
blijken te zijn, dan wordt een zeer lage stroomwaarde
toegevoerd, totdat een waarde van 1,5 V/element is bereikt.
Zodra deze minimumwaarde is bereikt, stelt de ST 500 zijn
eigen stroomwaarde in totdat die waarde is bereikt waarbij
de betreffende accu is opgeladen. Als de eerder genoemde
tijdsduur is verstreken en de accu nog niet een bepaalde
spanning (opgeslagen in de microbesturingseenheid) heeft
bereikt, dan worden 2 extra uren toegevoegd. Vervolgens
schakelt de acculader zichzelf uit. Mocht de acculader de
gewenste spanning hebben bereikt voordat de
ingestelde tijd is verstreken, dan voegt die de twee extra
uren niet toe en schakelt die zichzelf uit.
Door middel van de functie "START" kunnen starts worden
uitgevoerd bij een constante spanning. De stroom wordt
automatisch aangepast aan de vooraf ingestelde waarden
met cycli van circa "3 seconden ON" en "20 seconden OFF".
Het controlelampje bij "START" gaat knipperen als de
functie is ingeschakeld.
- 15 -
FIG. B