Veiligheidsinstructies batterij
1. Gebruik alleen door de fabrikant goedgekeurde herlaadbare Li-on
batterijen en laders. Gebruik geen andere soorten herlaadbare batterijen
of niet-herlaadbare batterijen. De batterijen kunnen kortsluiten en het
batterijvak kan beschadigen wat een gevaarlijke situatie oplevert.
2. Volg de laadaanwijzingen in deze handleiding en op de instructielabels
en markeringen in de handset en de laadvakken.
3. De batterij moet niet worden opgeladenop een plek waar de temperatuur
lager is dan 0℃ of hoger dan 40℃
4. De batterij moet op een juiste wijze worden gerecycleerd of afgevoerd.
De batterij niet in het vuur gooien. De cellen kunnen ontploffen.
5. Gooi de batterij NIET bij het huishoudelijk afval. Neem contact op met
de gemeente voor instructies voor afvalverwerking.
6. Wees voorzichtig met het gebruik van de batterijen om te voorkomen dat
u ze kort sluit met geleidende materialen zoals ringen, armbanden,
sleutels, zakmes of munten. De batterij of geleidend materiaal kan
oververhitten en brandwonden of brand veroorzaken.
7. Stel batterijen niet bloot aan regen of water.
8. Open of beschadig de batterij niet. Vrijkomende elektrolyt is corrosief en
kan letsel aan huid of ogen veroorzaken. Elektrolyt is giftig, dus niet
inslikken.
9. Tijdens het laden wordt de batterij warm. Dit is normaal en wijst niet op
een defect.
~7~
Informatie over voorschriften
EP800
Dit apparaat voldoet aan CE-regels. Voor de bediening gelden de volgende
twee voorwaarden:
1) Dit apparaat mag geen schadelijke storingen veroorzaken.
2) Dit apparaat moet elke ontvangen storing aanvaarden, met inbegrip
van storing die ongewenste werking kan veroorzaken.
1.
Dit telefoonsysteem voldoet aan de regels van EN 301 357-2 (RF)、EN 301 489
(EMC)、EN 60950 (Veiligheid) en EN 50371 (RF-veiligheid).
2.
De REN is bruikbaar voor het bepalen van het aantal toestellen dat u met uw
telefoonlijn kunt verbinden waarbij toch de bel van alle toestellen overgaat als iemand
uw nummer belt. In de meeste, maar niet alle, gebieden mag de totale REN van alle
apparaten die op een lijn worden aangesloten, niet groter zijn dan 5. Als u zeker wilt
zijn van het aantal toestellen dat u op uw telefoonlijn kunt aansluiten, moet u contact
opnemen met uw telefoonmaatschappij voor de maximale REN in uw gebied.
3.
Als de telefoonapparatuur problemen oplevert voor het telefoonnetwerk, kan de
telefoonmaatschappij u verzoeken om uw telefoonsysteem los te koppelen van
de lijn tot het probleem is opgelost. Neem in dat geval contact op met uw
plaatselijke telefoonmaatschappij voor uw rechten.
4.
Uw telefoonmaatschappij kan wijzigingen aanbrengen in de faciliteiten,
apparatuur, werking of procedures die de juiste werking van uw telefoonsysteem
kunnen beïnvloeden. Neem in dat geval contact op met uw plaatselijke
telefoonmaatschappij voor uw rechten.
5.
Dit telefoonsysteem mag niet worden gebruikt voor een muntendienst die door
de telefoonmaatschappij wordt geboden. Verbinding met party-lijnen is
onderhavig aan landelijke tarieven.
6.
Dit telefoonsysteem is getest en voldoet aan de regels van EN 301 357-2 (RF)、EN
301 489 (EMC)、EN 60950 (Veiligheid) en EN 50371 (RF-veiligheid). Deze
beperkingen zijn bedoeld om te voorzien in redelijkerwijs adequate bescherming
tegen schadelijke storing bij een installatie in een niet-commerciële omgeving.
Gebruik van deze apparaten kan nog steeds last hebben van interferentie van of met
nabije tv's, dvd spelers, radio's, computers of andere elektronische apparaten. Om
een dergelijke interferentie te minimaliseren of voorkomen, moet het telefoonsysteem
niet in de buurt van andere elektronische systemen worden geplaatst of gebruikt.
~8~