NL
(Nederlands)
2.07 Wattenstaafjessensor
Het wordt aanbevolen om het testapparaat te verwijderen uit de kamer van de 3M clean-trace nG Luminometer, zodra de meting van een test
voltooid is. Indien een 3M™ clean-trace™-testapparaat achterblijft in de kamer en het instrument wordt geïnverteerd of op zijn zijkant gelegd, kan
er lekkage van de inhoud van de test plaatsvinden in de luminometer. Dit leidt tot schade aan de gevoelige onderdelen van het instrument.
De 3M clean-trace nG Luminometer heeft een sensor om te bepalen of een 3M clean-trace test langer dan 30 seconden na voltooiing van een
meting is achtergebleven in de kamer. Indien deze situatie wordt gedetecteerd, zal het instrument een foutbericht 'wattenstaafje nog in kamer'
weergeven op het scherm en een hoorbare piep laten horen om de gebruiker eraan te herinneren dat de test na de meting moet worden verwijderd.
Indien een meting wordt uitgevoerd in Programmamodus of ongeplande testmodus zonder een 3M clean-trace test in de kamer van het instrument,
zal de testsensor de gebruiker ook op de hoogte stellen dat de kamer leeg is en zal een foutbericht 'Geen wattenstaafje gedetecteerd' weergeven en
een hoorbare piep laten horen. Dit bericht wordt niet weergegeven als testen worden uitgevoerd in Meetproefmodus.
2.08 Lage stroomstand
Als de 3M clean-trace nG Luminometer wordt aangezet maar dan enige tijd niet wordt gebruikt, gaat het instrument over op de lage stroomstand om
batterijvermogen te besparen. tijdens een normale werking zal dit gebeuren ongeveer 30 seconden nadat de achtergrondverlichting is uitgeschakeld.
Het scherm Lage stroomstand wordt weergegeven. u kunt de Lage stroomstand ook inschakelen door in het Hoofdmenuscherm de bovenste linkse
groene functieknop ingedrukt te houden.
Door te drukken op een andere groene toets op de 3M clean-trace nG Luminometer, zal het instrument terugkeren naar het scherm dat werd
weergegeven voordat de Lage stroomstand werd geactiveerd.
Als de achtergrondverlichting is ingesteld op 'Aan' (zie paragraaf 6.09), kunt u de Lage stroomstand inschakelen via de toets 'terug' op het
Hoofdmenuscherm.
2.09 Pc-communicatie
om de 3M clean-trace nG Luminometer met de pc te kunnen laten communiceren, moet de 3M clean-trace Data trending software die bij het
apparaat is geleverd, worden geïnstalleerd op de pc. Zie paragraaf 5.01 voor meer informatie. u kunt de richtlijnen voor het installeren van de
software en de communicatie met de 3M clean-trace nG Luminometer terugvinden in de 3M clean-trace Data trending software-handleiding. In de
handleiding vindt u ook instructies om:
1. De 3M clean-trace Data trending software in te stellen.
2. De communicatie tussen de 3M clean-trace nG Luminometer en de pc in te stellen.
3. Proefplannen over te zetten op en resultaten te verzamelen van de 3M clean-trace nG Luminometer.
4. Het geheugen van de 3M clean-trace nG Luminometer te wissen.
5. De instrumenttoepassingen te regelen.
Opmerking: om een van de bovenstaande taken uit te voeren, dient u te controleren dat versie 3.0 of later van de 3M clean-trace Data trending
software op de pc is geïnstalleerd. Indien een eerdere versie van de 3M clean-trace Data trending software (eerdere versies zijn gemarkeerd als
Biotrack®+) op de pc is geïnstalleerd, installeert u de versie die bij de 3M clean-trace nG Luminometer op cd is meegeleverd.
Het hieronder afgebeelde scherm wordt weergegeven als de pc contact maakt met de 3M clean-trace nG Luminometer tijdens de overdracht van
proefplannen of resultaten.
7