De batterij aansluiten (AR300W)
De installatie moet door een gekwalificeerde
installateur worden uitgevoerd.
De batterij heeft koperen buizen met
aluminium vinnen en is geschikt voor
aansluiting op een gesloten waterverwarming.
De verwarmingsbatterij mag niet worden
aangesloten op een hoofdwaterleiding of open
watersysteem.
Om toegang te krijgen tot de aansluitingen
(DN20, 3/4") moeten het serviceluik en
het luchtinlaatrooster worden geopend. De
unit wordt aangesloten door gaten aan de
bovenkant of door de zijkant van de unit.
De aansluitingen naar de verwarmingsspoel
moeten worden voorzien van afsluitventielen
voor een probleemloze verwijdering.
Aanpassing van het luchtgordijn en de
luchtstroom
De richting en snelheid van de luchtstroom
moeten op basis van de belasting op de
opening worden afgesteld. Drukkrachten
beïnvloeden de luchtstroom en zorgen dat
deze naar binnen in het pand buigt (als het
pand verwarmd en de buitenlucht koud is).
De luchtstroom moet daarom naar buiten
worden gericht om de belasting te weerstaan.
In het algemeen geldt: hoe hoger de belasting,
hoe groter de benodigde hoek.
Basisinstelling ventilatorsnelheid
Wanneer de deur geopend is wordt de
ventilatorsnelheid ingesteld met de
snelheidsknop. Let op dat de richting en
snelheid van de luchtstroom eventueel nog
verder moet worden aangepast, afhankelijk
van de belasting van de deur.
Filter (AR300W)
De vinafstand van de verwarmingsbatterij,
in combinatie met de openingsdiameter van
het inlaatrooster, beschermt tegen vuil en
verstopping en maakt een afzonderlijk filter
onnodig.
Service, reparatie en onderhoud
Voor alle service, reparatie en onderhoud
dient eerst het onderstaande te worden
opgevolgd:
AR 300 E/W
1. Ontkoppel de voeding.
2. Het serviceluik wordt geopend door de
schroeven aan de onderzijde van de unit los
te draaien.
Onderhoud
Aangezien de ventilatormotoren en
overige componenten onderhoudsvrij
zijn, is er geen onderhoud noodzakelijk
behalve schoonmaken. De
schoonmaakwerkzaamheden verschillen
afhankelijk van plaatselijke omstandigheden.
Reinig de unit ten minste tweemaal per
jaar. Inlaat- en uitlaatroosters, waaier en
elementen kunnen worden gestofzuigd of
met een vochtige doek worden afgenomen.
Gebruik de borstel bij het stofzuigen om
beschadiging van gevoelige onderdelen te
voorkomen. Vermijd het gebruik van sterk
basische of zure schoonmaakmiddelen.
Oververhitting
Het luchtgordijn met elektrische verwarming
is voorzien van een oververhittingsbeveiliging.
Als deze door oververhitting is geactiveerd,
moet er als volgt worden gereset:
1. Ontkoppel de elektriciteit met de volledig
geïsoleerde schakelaar.
2. Laat de elektrische spoel afkoelen.
3. Stel de oorzaak van de oververhitting vast
en herstel het mankement.
Resetten wordt als volgt uitgevoerd:
1. Lokaliseer de rode knop binnenin
het luchtgordijn. Deze is zichtbaar en
toegankelijk door het serviceluik en het
inlaatrooster te openen. De knop bevindt
zich aan de linkerkant vanuit de ruimte
bekeken. Op het model van 2 meter zijn
twee rode knoppen in het midden van de
unit geïnstalleerd.
2. Druk op de rode knop totdat een klik
hoorbaar is.
3. Sluit het luchtgordijn weer aan.
Alle motoren zijn voorzien van een integrale
thermische veiligheidsschakelaar. Als de
motortemperatuur te hoog wordt, stopt deze
het luchtgordijn. De veiligheidsschakelaar reset
automatisch als de motortemperatuur weer
binnen de werkingsgrenzen van de motor ligt.
NL
1