NL
Vervanging van de ventilator
1. Stel vast welke ventilator niet werkt.
2. Ontkoppel de kabels naar de betrokken
ventilator.
3. Verwijder de schroeven waarmee de
ventilator is bevestigd en til de ventilator
uit de unit.
4. Installeer de nieuwe ventilator in
omgekeerde volgorde als boven.
Vervangen van het verwarmingselement
(AR300E)
1. Markeer en ontkoppel de kabels naar de
elektrische spoel.
2. Verwijder de bevestigingsschroeven van de
spoel in de unit en til de spoel eruit.
3. Plaats de nieuwe spoel in omgekeerde
volgorde als boven.
De batterij vervangen (AR300W)
1. Sluit de watertoevoer naar de unit af.
2. Ontkoppel de aansluitingen op de batterij.
3. Verwijder de bevestigingsschroeven van de
spoel in de unit en til de batterij eruit.
4. Plaats de nieuwe batterij in omgekeerde
volgorde als boven.
De verwarmingsbatterij aftappen (AR300W)
Het aftapventiel bevindt zich aan de onderzijde
van de batterij aan de kant van de connector.
Het is toegankelijk via het serviceluik.
Lokaliseren van storingen
Als de ventilatoren stilstaan, controleer dan
het volgende:
1. Levering van werkspanning naar de unit,
controleer zekeringen, onderbreker,
tijdschakelaar/thermostaat (indien
aanwezig) die de unit start en stopt.
2. Of de keuzeschakelaar voor de luchtstroom
goed is ingesteld.
3. Of de positiebegrenzer werkt.
4. Of de oververhittingsbeveiliging voor de
motoren niet is geactiveerd.
5. Of het inlaatrooster vuil is.
AR300E
Als er geen warmte is, controleer dan het
volgende:
1. Voeding naar de elektrische verwarming;
controleer zekeringen en onderbreker
(indien aanwezig).
AR 300 E/W
2. Of er een verwarmingsvraag is; controleer
de thermostaatinstellingen en de huidige
temperatuur.
3. Of het inlaatrooster vuil is.
AR300W
Als er geen warmte is, controleer dan het
volgende:
1. Dat er warm water naar de
verwarmingsbatterij stroomt. (Controleer
de circulatiepomp, indien aanwezig.)
2. Of er een verwarmingsvraag is; controleer
de thermostaatinstellingen en de huidige
temperatuur.
3. Of het inlaatrooster vuil is.
Als de storing niet kan worden verholpen,
neem dan contact op met een gekwalificeerde
onderhoudsmonteur.
Veiligheidsschakelaar
(van toepassing op units met elektrische
verwarming)
Als de installatie wordt beveiligd met een
veiligheidsschakelaar, die uitschakelt als
het apparaat wordt aangesloten, kan dit
worden veroorzaakt door vocht in het
verwarmingselement. Als een apparaat met
verwarmingselement lange tijd niet is gebruikt
en in een vochtige omgeving is opgeslagen,
kan er vocht in het element komen.
Dit moet niet worden gezien als een storing,
maar kan eenvoudig worden verholpen door
het apparaat via een contactdoos zonder een
veiligheidsschakelaar op de netvoeding aan
te sluiten, zodat het vocht uit het element
kan worden verwijderd. De droogtijd kan
variëren van enkele uren tot een paar dagen.
Als preventieve maatregel moet de unit af en
toe korte tijd draaien als deze langere tijd niet
wordt gebruikt.
Veiligheid
• Houd het gebied rond de inlaat- en
uitlaatroosters vrij van obstakels!
• Tijdens bedrijf zijn de oppervlakken van
de unit heet!
• De unit mag niet geheel of gedeeltelijk
worden bedekt met kleding of vergelijkbare
materialen, omdat oververhitting tot
brandgevaar kan leiden! (AR300E)