F 46 25 006
Isolatiegedeelte (1) uit de auto nemen,
kruiskopschroeven (2) losdraaien en de
functiedrager (3) wegtillen. Elektrische
steekverbindingen onderbreken en de
functiedrager (3) uit de auto verwijderen.
4. Extra kabelbundel inbouwen
F 46 25 007 ZS
Extra kabelbundel (1) met snelconnector (2) op
de asbakverlichting (3) aansluiten.
Tapklemconnector (A) met bundelband (F) op
kabelbundel bevestigen.
Let op het aansluitingsschema op blz. 2.
Schakelknopverlichting op de auto aansluiten,
autoverlichting inschakelen en functiecontrole
uitvoeren. Schakelknop van de extra kabelbundel
weer verwijderen. Vervolgens de verwijderde delen
in omgekeerde volgorde weer inbouwen.
5. Schakelknop met verlichting en
schakelpookafdekking inbouwen
F 46 25 008 ZS
Pinhuis (E) van de schakelknop (1) door de opening
van de nog verwijderde schakelpookafdekking (2)
steken.
F 46 25 009 ZS
Schakelknop (1) en schakelpookafdekking (2) op
de schakelpook zetten. Contrastekkerhuis (D) en
pinhuis (E) met elkaar verbinden.
De gemonteerde kabel mag in de buurt van
de console nergens tegenaan schuren.
Schakelpookafdekking (2) in de middenconsole
plaatsen en vastdrukken.
10