Nederlands
STANDAARDMONTAGE
Bij de Luxaflex® Gordijnjaloezie worden 1 set bevestigingssteunen of voorsprongsteunen (indien
extra besteld), verbindingskettinkjes of verzwaringsplaten (afhankelijk van de uitvoering)
meegeleverd.
1. Plaats van de bevestigingssteunen
Teken in rechte lijn de positie van de steunen af. Verzeker u ervan dat de positie van de steunen
zodanig is gekozen dat de Luxaflex® Gordijnjaloezie niet in contact komt met uitstekende delen,
zoals raam/deurklinken, vensterbanken enz. (let op de maximale afstand tussen de steunen zie
tekening).
2a. Bevestigen montagesteunen
De steunen kunnen rechtstreeks tegen het plafond of met voorsprongsteunen op het kozijn worden
gemonteerd.
2b. Voorsprongsteunen
De voorsprongsteunen, op het kozijn, bestaan uit een muurbeugel en een schuifstuk, waarop de
montageclips bevestigd zijn. Schuif de steun op de gewenste afstand en zet hem vast.
3. Bevestigen van de bovenrail
Klik de bovenrail in de steunen door eerst de achterzijde in te haken en daarna te vergrendelen.
4. Schuine montage van de bovenrail
Het is belangrijk dat de schuine bovenrail bij de montage juist gepositioneerd wordt. Als de afstand
tussen de lamellen en de vloer en/of vensterbank te groot of te klein is, dan is dit op te lossen door
de bovenrail naar links of naar rechts te schuiven.
BEVESTIGING LAMELLEN
5. Inhangen van de lamellen
Trek aan de bedieningsketting en tuimel de lamelhaken, tot ze haaks op de bovenrail staan. Schuif
de lamellen één voor één van onderaf in de haakjes tot ze vastklikken.
Let op: Zorg er bij textiele lamellen voor dat de stikrand van de omslagen naar dezelfde kantzitten.
Onderling verbinden van de lamellen
6a. Stof
Verbind de lamellen met elkaar door het klikken van de kunststof clips van de verbindingskettinkjes
aan de onderplaten. Let hierbij op de juiste stand van de clips (zie tekening).
6b. Aluminium
Steek de kunststof blokjes in het bevestigingsgat en schuif ze met duim en wijsvinger naar beneden
tot ze vastklikken. Verbind de lamellen vervolgens aan elkaar d.m.v. de bijgeleverde kogelkettinkjes.
BEDIENING
7a. Monocommando bediening (eindloos ketting systeem)
Met de ketting opent, sluit u de jaloezie en bedient u de lamellen
7b. Met behulp van het koord kunt u de gordijnjaloezie openen en sluiten.
7c. De ketting dient ervoor om de lamellen te tuimelen.
Indien de lamellen niet gelijk getuimeld zijn, kunt u dit als volgt verhelpen: Lamellen geheel
tuimelen. Ketting met enige kracht doortrekken (dit gaat gepaard met een ratelend geluid).
Tuimelen naar de andere zijde en de handeling herhalen.
DEMONTAGE
8. Demontage lamellen
Verwijder eerst - indien aanwezig - de verbindingskettinkjes aan de onderzijde van de lamellen.
Neem de lamellen uit de rail door ze zachtjes op te tillen en licht te draaien zodat de lamel loskomt
van het lamelhaakje. Laat de lamel vervolgens rustig zakken.
9. Demontage rail
Steek een schroevendraaier tussen de lip van de montageclip en de rail. Draai de schroevendraaier
een kwart slag, tot de rail losklikt.
Let op: Werk van de zijkanten naar het midden, zodat de rail tot op het laatst aan de middelste
clip blijft hangen.
REINIGEN
10. Reinigen van de ramen
Bij het reinigen van de ramen is het plezierig als het lamellenpakket NIET in de weg zit. Klik de
eindstop waarmee het pakket vastzit met de duim los (zie tekening). Schuif de lamellen vervolgens
naar het andere eind van de rails. Trek tenslotte aan het bedieningskoord om de lamellen weer naar
de eindstop te halen. Klik de stop weer met de hand vast op zijn plaats.
Reiniging van de lamellen
Reinigingsvoorschriften kunt u aanvragen bij uw Luxaflex® dealer of via de Luxaflex® internet-site:
www.luxaflex.com
WAARSCHUWING
• J onge kinderen kunnen verstrikt raken in de
lus van de trekkoorden, kettingen, banden
en koorden waarmee de raambekleding
bediend wordt. Ook kunnen ze koorden om
hun hals wikkelen.
• H oud, om wurging en verstikking te
voorkomen, de koorden buiten het bereik van jonge kinderen.
• P laats bedden, wiegen en ander meubilair uit de buurt van de
koorden van raambekleding.
• K noop de koorden niet aan elkaar. Zorg dat de koorden niet
verstrengeld raken of een lus vormen.
• I nstalleer en gebruik de bijgeleverde onderdelen voor
kindveiligheid overeenkomstig de installatie-instructies om het
risico op verstikking en verstrengeling te verkleinen.
In overeenstemming met EN 13120:2009+A1:2014.
5